Opbouw van het programma
De master heeft een omvang van 60 studiepunten. Het voltijd programma bestaat uit twee semesters (steeds een half jaar). In deeltijd bestaat het studieprogramma uit drie of vier semesters. Een beschrijving hiervan kun je vinden in de Studiegids.
- Het eerste deel van de opleiding heeft een overwegend ambachtelijk karakter: je oefent met de basisgereedschappen die nodig zijn voor goed leraarschap en bouwt aan je kennisbasis.
- In het tweede deel van de opleiding staat de schoolcontext centraal: je ontwerpt onder meer een lessenserie voor een bovenbouwklas waarmee je aantoont onderwijskundige en vakdidactische kennis te kunnen toepassen op de lespraktijk, voert deze lessen uit en evalueert je ontwerp.
De opbouw van het voltijd programma ziet er als volgt uit:
-
Pedagogiek en Algemene Didactiek ABlok 13
-
Pedagogiek en Algemene Didactiek BBlok 23
-
Vakdidactiek 1Blok 1Blok 29
-
Onderwijspraktijk ABlok 1Blok 26
-
Onderwijspraktijk BBlok 39
-
Vakdidactiek 2Blok 53
-
Educatief OntwerpenBlok 49
-
Onderwijspraktijk CBlok 4Blok 5Blok 615
-
Vrije keuze: Keuzevakken (zie UvA studiegids voor de opties)Blok 43
Weekindeling
Je volgt één dag in de week college op de UvA. Wanneer je in februari start met de opleiding, volg je colleges op dinsdag. Kies je voor een start in september, dan zijn de colleges op donderdag geroosterd.
De rest van de week ben je op de (stage)school waar je je praktijkdeel uitvoert.
Praktijkdeel
Als masterstudent besteed je de helft van je opleiding aan het praktijkdeel (840 uur). In totaal geef je ten minste 100 klokuren zelfstandig les in het voortgezet onderwijs, waarvan ten minste 50 klokuren in de bovenbouw. De overige uren (740 uur) besteed je aan school-gerelateerde zaken. Je draait, zo volledig als mogelijk is, mee op school. Als voltijdstudent ben je 2½ dag per week beschikbaar voor werk voor school. Als je in deeltijd studeert, ligt dit tussen de 1 en 2 dagen per week.
De opleiding met een stageplaats
In principe zoekt de stagecoördinator een stageplek voor jou op een van de opleidingsscholen waarmee de Interfacultaire Lerarenopleidingen een samenwerkingsverband hebben, en hoef je dus niet zelf naar een stageplek op zoek gaan. Alleen na overleg met de stagecoördinator kan hier bij hoge uitzondering van worden afgeweken. Je dient dan voor 10 mei (septemberstart) of 10 november (februaristart) een e-mail te sturen naar stage-ilo-fmg@uva.nl. Na deze datum is het niet mogelijk om een verzoek voor een eigen stageplek in te dienen en word je sowieso op één van onze opleidingsscholen geplaatst.
De UvA werkt bewust samen met eigen opleidingsscholen. Deze scholen zijn namelijk medeverantwoordelijk voor het programma en streven, met hun specifieke kennis van het onderwijs, naar een goede afstemming van theorie en praktijk. De schoolbegeleiders en schoolopleiders op deze scholen zijn getraind door de ILO.
Voor meer informatie over de stage kun je contact opnemen met de stagecoördinator via stage-ilo-fmg@uva.nl
De opleiding met een eigen baan in het voortgezet onderwijs
Je kan de opleiding ook volgen met een eigen baan in het voortgezet onderwijs. Een eerstegraads collega in jouw vakgebied functioneert als begeleider. We adviseren we je maximaal 9 lesuren van 50 minuten per week te combineren met een voltijdstudie. Als je in deeltijd gaat studereren, adviseren we maximaal 13 lesuren van 50 minuten per week. Als je baan groter is dan dit, dan is de kans groot dat je studievertraging oploopt tijdens je studie.
Studielast
Je volgt één dag in de week college op de UvA. De rest van de week ben je op de (stage)school waar je je praktijkdeel uitvoert.
Als je de master in voltijd volgt, dan duurt de opleiding in principe een jaar. Je besteedt ongeveer 2,5 dag per week aan het volgen van colleges, het uitvoeren van opdrachten en zelfstudie. De andere 2,5 dag besteed je aan (het voorbereiden van) lessen en overige activiteiten op school.
Het is mogelijk om de master in deeltijd te volgen; het programma duurt dan twee jaar. Zo kan je de opleiding gemakkelijker combineren met je baan. Het is ook mogelijk om het deeltijdprogramma te versnellen, waardoor je er 1,5 jaar over doet. Als deeltijdstudent besteed je gemiddeld 1,5 dag per week aan het volgen van colleges, het uitvoeren van opdrachten en zelfstudie. Daarnaast besteed je 1,5 dag aan (het voorbereiden van) lessen en overige activiteiten op school. De praktijk leert dat deeltijdstudenten de eerste helft van hun opleiding als zwaarder ervaren dan de tweede helft - zeker als het programma versneld wordt uitgevoerd.
Aangepaste trajecten
Het is in bepaalde situaties mogelijk om de opleiding in minder dan een jaar af te ronden, bijvoorbeeld voor studenten die al beschikken over een eerstegraads of tweedegraads lesbevoegdheid, of die de minor Educatie hebben afgerond (zie voor meer informatie het tabblad Opleidingstrajecten).
Collegedag
De colleges aan de ILO vinden op dinsdag of op donderdag plaats. Wanneer je in februari start met de opleiding, volg je in principe colleges op dinsdag. Kies je voor een start in september, dan zijn de colleges op donderdag geroosterd. Met een aangepast traject kan dit enigszins afwijken. Als deeltijdstudent wissel je tussen semesters tussen de dinsdag en donderdag (afhankelijk van je traject).