Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Welke rol speelden Nederlandse media in de propagandastrijd tijdens de Tweede Wereldoorlog? Dat onderzochten historici in het project Mediaoorlog, onder coördinatie van UvA-onderzoeker Vincent Kuitenbrouwer. Met behulp van digitale onderzoekstechnieken analyseerden ze een grote hoeveelheid mediabronnen uit de jaren 1940-1945. Via een symposium op 26 april en een tentoonstelling bij Beeld & Geluid in Den Haag delen ze hun bevindingen met een breed publiek.
Koningin Wilhelmina spreekt het volk toe via Radio Oranje (juli 1940)

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Nederland een slagveld in de propagandaoorlog tussen nazi-Duitsland en Groot-Brittannië. Zowel voor- als tegenstanders van de bezetting gebruikten de media om mensen te mobiliseren voor hun eigen politieke doeleinden. Hoe was de dynamiek tussen al deze verschillende partijen?

In hun zoektocht naar antwoorden op deze vraag namen de historici de mediabronnen zelf als uitgangspunt: via het online platform voor geesteswetenschappelijk onderzoek CLARIAH Media Suite analyseerden ze kranten uit de database Delpher en audiomateriaal uit de collectie van Beeld & Geluid. ‘Door digitalisering is dit soort bronnen nu op grote schaal doorzoekbaar’, vertelt historicus Vincent Kuitenbrouwer. ‘Daardoor kunnen we patronen beter in beeld krijgen, en bijvoorbeeld visualiseren wanneer bepaalde woorden werden gebruikt in de oorlogsmedia.’

Interactie tussen verschillende media

Via een hybride methode van close reading en distant reading met behulp van digitale instrumenten analyseerden de onderzoekers verschillende mediamomenten aan de hand van specifieke thema’s. Zo onderzochten ze onder meer de manier waarop de Nederlandse media tijdens de oorlog berichtten over de Holocaust, en hoe de situatie in de Nederlandse koloniën een rol speelde in de propagandastrijd in Nederland. Ook deden ze onderzoek naar hoe door de Nazi’s beïnvloede media het ideaal ‘Europa’ gebruikten om de bezetting te legitimeren – en hoe verzetsmedia, zoals bijvoorbeeld Het Parool en Radio Oranje, daar vervolgens op reageerden.

‘Wat uit al deze deelonderzoeken naar voren komt,’ stelt Kuitenbrouwer, ‘is dat er veel interactie was tussen de media die de bezetting van Nederland steunden en media die daartegen in verzet kwamen. Dat vraagt om een nieuwe benadering van propaganda, waarbij meer aandacht wordt besteed aan deze interactie tussen verschillende partijen.’

Tentoonstelling en symposium

Kennis over propaganda uit de Tweede Wereldoorlog draagt ook bij aan de mediawijsheid van nu. Daarom is op basis van de inzichten uit het onderzoek een tentoonstelling ontwikkeld – Media als Wapen: propaganda in WOII en nu – die op 4 mei opent in Beeld & Geluid in Den Haag. Hierin worden bronnen uit de Tweede Wereldoorlog vertaald naar het heden en krijgen bezoekers inzicht in welke propagandatechnieken tot op de dag van vandaag terugkomen in conflicten. Ook zijn er twee gedramatiseerde audioscapes te horen, die podcastcollectief Horens naar aanleiding van het onderzoek ontwikkelde met gebruik van radio- en krantenbronnen.

De onderzoekers presenteren de uitkomsten van hun onderzoek op 26 april tijdens het symposium MediaOorlog bij Beeld & Geluid in Den Haag. Hun bevindingen zijn ook gepubliceerd in een themanummer van het Tijdschrift voor Geschiedenis en in een CLARIAH Data Story.

Dr. J.J.V. (Vincent) Kuitenbrouwer

Faculteit der Geesteswetenschappen

Geschiedenis