Afgelopen woensdag: een inktzwarte dag, die begint met een rauw, schokkend en onbevattelijk bericht. De advocaat die een kroongetuige bijstaat in een megastrafzaak is voor zijn eigen huis doodgeschoten. Eerste gedachteflits: in welk land is dat? Nee, dit gebeurt in Nederland. Een advocaat die gewoon zijn werk doet is vermoord. 

Donderdag: op kantoor hangen we de vlag halfstok, zoals de orde van advocaten heeft gevraagd. Verschillende collega’s zijn inmiddels in veiligheid gesteld of worden beveiligd, zo horen we. Ook die advocaten doen gewoon hun werk: opkomen voor hun klanten, voor het recht, voor een rechtvaardige samenleving. 

Vanaf nu: de aanslag zal een grote impact hebben. Op individuele advocaten, die beperkt worden in datgene waar zij voor opgeleid zijn, wat zij het liefste doen: opkomen voor anderen. Op de onbelemmerde toegang tot rechtsbijstand voor mensen die overwegen mee te werken bij de opsporing van ernstige misdrijven. Op de waarheidsvinding in strafzaken.

Wat ook je opvatting is over de kroongetuigenregeling, met deze aanslag verliest het recht. 

Derk Wiersum werd gezien als een gedreven en zeer deskundige strafrechtadvocaat. Hij stond voor de rechten van verdachten, voor de underdog. De aanslag op mr. Wiersum is een aanslag op een gerespecteerde strafrechtadvocaat, een vader en echtgenoot, op de rechtstaat en op de vrije, onafhankelijke en onvervaarde advocatuur. 

Diana de wolff, hoogleraar Advocatuur