Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Thijs Bol, socioloog aan de UvA, is een van de tien nieuwe leden van De Jonge Akademie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Het lidmaatschap duurt vijf jaar, waarin de leden zich sterk maken voor projecten op het terrein van wetenschap, wetenschapsbeleid en wetenschapscommunicatie. De nieuwe leden worden officieel als lid geïnstalleerd op 23 maart 2020.
Thijs Bol (foto: Monique Kooijmans)

Bol doet onderzoek naar ongelijkheid in het onderwijs, op de arbeidsmarkt en in de wetenschap en hij doceert over ongelijkheid en onderzoeksmethoden. Hij mengt zich actief in publieke debatten. Zo kreeg zijn onderzoek naar Mattheüs-effecten in de Nederlandse wetenschapsfinanciering veel belangstelling in nationale en internationale media. In deze studie liet hij zien dat onderzoekers die nét een grote beurs winnen daarna veel meer wetenschapsfinanciering ontvangen dan vergelijkbare onderzoekers die de beurs nét missen. Bol concludeerde dat er grote zelfversterkende effecten zijn in de Nederlandse wetenschapsfinanciering: succes leidt tot succes, wat de vroege carrière tot een cruciale periode maakt. Bij De Jonge Akademie wil Bol verder bouwen aan kennis over hoe we wetenschap in Nederland kunnen financieren, en daarmee het ontstaan van rechtvaardiger beleid bevorderen.

Over De Jonge Akademie

De Jonge Akademie is een dynamisch en innovatief platform van onderzoekers uit verschillende disciplines met visie op wetenschap en wetenschapsbeleid. De Jonge Akademie organiseert inspirerende activiteiten voor verschillende doelgroepen op het gebied van interdisciplinariteit, wetenschapsbeleid en wetenschap en maatschappij. Er zijn vijftig leden, die op het moment van benoeming minder dan tien jaar geleden zijn gepromoveerd. Zij vertegenwoordigen samen een breed spectrum van wetenschappelijke disciplines en zijn werkzaam bij Nederlandse universiteiten en een groot aantal onderzoeksinstituten.