‘Voor mij is TechMeUp niet alleen een onderneming, maar ook een beweging’, vertelt Hofland. De stichting heeft inmiddels meer dan 450 mensen ondersteund, waarvan ruim 75 procent binnen negen maanden een baan in de IT heeft gevonden. Nadat alumni een baan hebben gevonden, betalen ze de lening renteloos terug. Dat geld gebruikt de stichting om nieuwe studenten te helpen. Hofland: ‘TechMeUp laat zien dat talent overal zit, maar kansen niet altijd. Dat gat dichten we met onze stichting.’
‘Met TechMeUp hoop ik te bereiken dat anderen dezelfde kans krijgen die ik ook heb gehad: de kans om te leren, te groeien en je leven richting te geven. Alleen dan zonder financiële stress. Ik gun iedereen een eerlijke start.’
Hofland vond in coronatijd haar toevlucht in een flexplek van het Humanities Venture Lab. ‘Tijdens corona woonde en werkte ik met mijn partner en ons éénjarige zoontje op vijftig vierkante meter. Dat was pittig. Een vriendin tipte me over een flexplek bij het Humanities Venture Lab en dat voelde meteen als een verademing. Ik begon als flexer en kreeg later de kans een vrijgekomen kantoor over te nemen. Dat werd uiteindelijk vier jaar lang de thuisbasis van TechMeUp. In die periode groeiden we met het team van één naar zeven personen.’
‘Uiteindelijk bood het Humanities Venture Lab ons veel meer dan alleen een werkruimte. Het was een omgeving vol energie, inspiratie en gelijkgestemden die allemaal bezig waren met ondernemen en maatschappelijke impact. Verder waren de gesprekken met businesscoach Robert Meijer cruciaal voor onze eerste inkomstenstroom, en het sparren met anderen gaf enorm veel energie. Dankzij die omgeving konden we uitgroeien van een eenmansinitiatief tot een team van zeven mensen. Het is een inspirerende plek om te werken, met een fijne community en veel kansen om te groeien.’
Om verder te groeien, vertrok de stichting van Hofland in september 2025 naar een groter kantoor in de Bijlmer. ‘We zullen de sfeer en de gesprekken in het Humanities Venture Lab missen en kijken met veel plezier terug op de jaren die we er hebben doorgebracht.’