Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Door het veranderende klimaat dreigt het verschil tussen twee ondersoorten van de rosse grutto langzaam te verdwijnen. Die waarschuwing uiten trekvogelonderzoekers onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en de Universiteit van Amsterdam (UvA) in een publicatie in de jongste editie van Global Change Biology.
Deze infographic vat de hoofdbevindingen van de studie samen. Copyright: NIOZ

De wereldwijde opwarming laat de sneeuw in de Arctische broedgebieden van de rosse grutto steeds een beetje vroeger smelten. Maar de veranderingen gaan niet overal even snel. Op het Siberische schiereiland Taimyr smolt de sneeuw tussen 1997 en 2020 ieder jaar een halve dag eerder. Op het iets zuid-westelijker gelegen schiereiland Yamal was in die periode geen meetbare vervroeging van de sneeuwsmelt.

Twee ondersoorten

In de twee gebieden broeden verschillende ondersoorten van de rosse grutto: Limosa lapponica taymyrensis op Taimyr en Limosa lapponica yamalensis op Yamal. In beide gebieden komen de vogels normaal gesproken enkele dagen voor het smelten van de sneeuw aan. Door het vervroegen van de sneeuwsmelt op Taimyr, kwam L. l. taymyrensis de afgelopen twee decennia dus een dag of vijf eerder aan in de broedgebieden, dan in de laatste twee decennia van de vorige eeuw. Dat blijkt uit de informatie die is verzameld met de hulp van gezenderde rosse grutto’s.

Overlap

De twee populaties van rosse grutto’s leven niet strikt gescheiden. In het voorjaar kunnen ze elkaar tegenkomen in een gebied ten zuiden van de beide broedgebieden. Tot nu toe gebeurt dat nog niet heel vaak, omdat de yamalensis-vogels een iets vroeger reisschema hebben dan de taymirensis­-exemplaren. Maar nu de taymyrensis-vogels steeds vroeger trekken, komen de vogels elkaar ook vaker tegen in westelijk Siberië.

Sociale vogels

'Rosse grutto’s zijn sociale trekvogel', licht hoofdauteur Roeland Bom (NIOZ) toe. 'De kans bestaat dus dat individuen van de taymyrensis-­ondersoort vaker met yamalensis zullen meevliegen en andersom. Omdat beide ondersoorten probleemloos kunnen kruisen, zou dat betekenen dat het onderscheid tussen de ondersoorten langzaam verdwijnt.'

Homogene populatie

Wanneer de onderzoekers de huidige trend doortrekken, voorzien zij dat de reisschema’s ergens tussen 2036 en 2040 helemaal zullen overlappen. Waar taymyrensis nu nog langs een westelijke route, via de Waddenzee naar West-Afrika trekt en yamalensis langs de Oeral naar de Kaspische zee en het Arabisch schiereiland, zou dat op termijn dus één grote, homogene populatie kunnen worden.

Verlies aan diversiteit

Trekvogelonderzoeker Bom is op de eerste plaats gefascineerd door deze mogelijke ontwikkelingen in de trek van de beide ondersoorten. Als bioloog maakt hij zich ook zorgen over het potentiële verlies aan diversiteit. 'De weerbaarheid van plant- en diersoorten hangt af van de genetische diversiteit. Door de klimaatverandering dreigt nu een soort ‘Siberische eenheidsworst’ te ontstaan, die ten koste kan gaan van de diversiteit onder rosse grutto’s.'

Onverwachte uitdaging

Zijn co-auteur Eldar Rakhimberdiev van het Institute for Biodiversity and Ecosystem Dynamics (IBED) van de UvA voegt hieraan toe: 'Deze resultaten zijn niet alleen van toepassing op grutto's. Binnen een paar decennia zullen breedteverschillen in de lentefenologie verdwijnen voor veel meer tijdelijk geïsoleerde populaties. Dit impliceert dat naast de stijging van de temperatuur en de verschuiving in de fenologie, homogenisering van dierenpopulaties wereldwijd een van de onverwachte uitdagingen is die de klimaatverandering met zich meebrengt.'

Details van de publicatie

Roeland A. Bom, Theunis Piersma,  José A. Alves & Eldar Rakhimberdiev: Global temperature homogenization can obliterate temporal isolation in migratory animals with potential loss of population structure, in: Global Change Biology, 30, e17069.  https://doi.org/10.1111/gcb.17069

Dr. E.N. (Eldar) Rakhimberdiev

Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica

Institute for Biodiversity and Ecosystem Dynamics