In het eerste jaar van je bachelor krijg je een breed, algemeen overzicht van de gehele discipline Taalwetenschap.
Het tweede en derde jaar van de opleiding bouwen voort op de basis die in het eerste jaar is gelegd, waardoor je je kunt specialiseren in de verschillende aspecten van de gebarentaalwetenschap en je eigen taalwetenschappelijke experimenten kunt uitvoeren.
In het derde studiejaar heb je een keuzeruimte van 30 EC, die je naar eigen inzicht kunt invullen.
In principe kun je elk vak als keuzevak volgen. Een vak van de Faculteit der Geesteswetenschappen, een andere faculteit of zelfs een andere universiteit. De meeste opleidingen bieden aparte keuzevakken aan.
Een minor is een samenhangend onderwijsprogramma van 30 EC. Een minor is niet verplicht, maar kan een goede voorbereiding zijn op een master of een bepaald beroep.
Tijdens een stage doe je werkervaring op, bouw je je netwerk uit en krijg je een indruk van de mogelijkheden binnen een organisatie, en van wat voor werk bij jou past. Studenten Sign Language Linguistics lopen bijvoorbeeld stage bij:
Je kunt ook kiezen voor een onderzoeksstage bij een docent van de opleiding, of bij een andere taalwetenschapper van de UvA. Zo krijg je een idee van hoe het is om een taalwetenschapper te zijn.
De UvA is nauw betrokken bij internationale programma's gericht op samenwerking en uitwisseling binnen Europa, de Verenigde Staten en Canada. Dit biedt je de mogelijkheid om een tijdje in het buitenland te studeren.
Zoek je extra uitdaging? Dit kun je op verschillende manieren realiseren, bijvoorbeeld door te kiezen voor een tweede studie of door het honoursprogramma te volgen.
De Faculteit der Geesteswetenschappen biedt de mogelijkheid om bij twee verschillende bachelors een diploma te halen. Door middel van vrijstellingen kun je de twee diploma's halen met een lagere effectieve studielast. Een dubbele bachelor is bedoeld voor gemotiveerde studenten die extra uitdaging en/of een breder perspectief zoeken tijdens hun studie.
Studenten die naast het reguliere onderwijs een extra uitdaging zoeken, kunnen het honoursprogramma volgen.
Studenten die het honoursprogramma met succes afronden, krijgen hiervan een vermelding op het supplement van hun bachelordiploma.
Als bachelorstudent ben je zo'n 42 uur per week met de studie bezig. In het eerste studiejaar volg je zo'n 10 tot 15 uur college per week. De andere uren besteed je aan zelfstudie. Je zoekt en bestudeert materiaal in de bibliotheek, je bereidt je voor op colleges of tentamens of schrijft een werkstuk. In het tweede en derde jaar heb je minder college-uren, maar besteed je meer tijd aan werkstukken en onderzoek.