‘Voorheen dacht ik altijd dat de universiteit niets voor mij was. Ik hield wel van analyseren en lezen, maar ik had een droog beeld voor me van urenlang in de bibliotheek zitten en saaie essays inleveren. Niet meer dan een nummertje zijn in een overvolle collegezaal, maar dat is precies wat Theaterwetenschap niet is.
In het eerste jaar ga je ook vaak de hort op. Bijna iedere week bezoek je een voorstelling, waarna je vervolgens in kleine werkgroepen bespreekt wat je hebt gezien en gehoord. Er wordt ingezoomd op de tekst van de voorstelling, maar ook het licht, de regie en vele andere aspecten worden geanalyseerd.’

Welk voordeel heeft een kleine studie voor jou?

‘Bij deze studie beginnen ieder jaar rond de dertig studenten. Dit betekent dat je iedereen hier goed kent, inclusief de docenten. Het is voor mij af en toe even puzzelen hoe ik mijn tijd het meest efficiënt kan verdelen, maar er zijn altijd mensen die met mij mee willen denken. Ook dat waardeer ik enorm aan deze studie. Je wordt niet over het hoofd gezien.’

Wat waardeer je het meest?

‘De vrijheid tijdens de studie waardeer ik het meest. Er is genoeg ruimte om minors te volgen en interessante keuzevakken te kiezen. Zo heb ik tijdens mijn minor Journalistiek en Kritiek ontdekt hoe leuk het is om theaterrecensies en artikelen te schrijven. Dat wil ik blijven doen. En tijdens mijn minor Kunsteducatie leerde ik rondleidingen geven in musea en hoe je didactisch gezien goed voor de klas kunt staan.
Tijdens mijn Bachelor kwam ik erachter dat ik dol ben op jeugdtheater en wat theater voor onze jongste wereldbewoners kan betekenen. Ik liep stage bij een groot jeugdtheatergezelschap in Amsterdam en leerde gesprekken voeren en educatieprogramma’s maken. Het lijkt me leuk om later op een educatieafdeling te werken of om mee te kijken als dramaturg tijdens het maakproces van jeugdvoorstellingen. Maar bij de Bachelor Theaterwetenschap krijg je zoveel gereedschap mee dat ik ook op hele andere plekken zou kunnen eindigen. Misschien sta ik over tien jaar wel fulltime voor de klas, of ben ik recensent voor een landelijke krant!’

En buiten het theater?

‘Het gaat bij deze studie niet alleen om het bestuderen van stoffige theaterteksten. Het is veel meer dan dat. Theater is overal. Het is een politiek debat, een flashmob, een voetbalwedstrijd, een burenruzie en de nieuwste actiefilm. Zo lang we rollen blijven spelen en we ons verhouden tot anderen en de wereld, zijn we aan het acteren.
Theaterwetenschap wordt als volledige bachelor alleen in deze prachtige hoofdstad aangeboden. Het is echt heel gaaf hoeveel verschillende soorten theaters en theatervormen er in Amsterdam te vinden zijn. Ik vind het leuk om mezelf in het diepe te gooien en af en toe een voorstelling of performance te bezoeken waar ik in eerste instantie niet heen zou gaan. Zo blijf ik mezelf uitdagen en kom ik erachter wat mijn smaak is.
Buiten mijn studie werk ik in een klein theater in Amsterdam als zaalwacht en doe ik bestuur bij de grootste studententheatervereniging van het land: STA!. Ik vind het leuk om in mijn bachelor vooral theoretisch naar theater te kijken, en om vervolgens bij mijn studentenvereniging zelf toneel te spelen. Ook sta ik twee uur de week voor de klas om dramales te geven aan brugklassers. De stof die ik heb geleerd in mijn eerste jaar weet ik af en toe om te bouwen voor de middelbare school.’

Word je dan actrice?

'Op kringverjaardagen zijn mensen wel altijd een beetje in de war wat ik nou precies studeer. Ik zeg dan: "Nee, ik word geen actrice!" en "Ja, het is dus wel aan de universiteit." Dat vond ik eerst wel vervelend, maar ik ben zelf blij met mijn studie. Waar ik samen met zes vriendinnen allemaal hetzelfde leerde tijdens ons eerste jaar doen we nu allemaal andere dingen. Sommige zijn onderzoek gaan doen door hun honoursprogramma, een ander doet inmiddels al de master Dramaturgie en sommige zijn zich nog specifieker gaan interesseren voor dingen als gebarentaal, de musicalwereld of het werken bij een politieke omroep.’