Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Als theaterwetenschapper leer je te ontrafelen hoe een voorstelling in elkaar steekt en kijk je naar het effect van de voorstelling op het publiek. Het kan daarbij om toneel gaan, maar ook opera, cabaret, mime of dans. Je bestudeert de afzonderlijke elementen van een voorstelling, maar ook de werking van een voorstelling op het publiek en de verbinding van het theater met de wereld om ons heen.

De focus ligt enerzijds op de theorie, analyse en geschiedenis van theater en performance. Anderzijds is er ook aandacht voor de dramaturgie, de verbinding van theorie en praktijk. 

Theaterwetenschap onderhoudt uitstekende contacten met theaters als het Muziektheater, Internationaal Theater Amsterdam, de Brakke Grond en Frascati en met vooraanstaande theater- en dansgezelschappen als ITA, ICK en de Toneelmakerij. Theaterwetenschap werkt ook nauw samen met de Amsterdamse Academie voor Theater en Dans en andere theateropleidingen in binnen- en buitenland. Regelmatig vinden uitwisselingen plaats van studenten en docenten van verschillende universiteiten in Europa en de rest van de wereld. 

Opbouw programma 

In elke fase van de studie komen theorie, analyse, geschiedenis, dramaturgie en academische vaardigheden aan bod. In het eerste jaar van theaterwetenschap ligt de nadruk nog enigszins op kennis, inzicht en vaardigheden opdoen. Daarna komt de focus steeds meer op toepassing van kennis en vaardigheden te liggen. Het onderwijs is dan kleinschaliger en er is veel keuzevrijheid.

  • Het eerste studiejaar

    In het eerste studiejaar maak je kennis met de verschillende onderdelen van de opleiding. Zo bezoek je regelmatig voorstellingen en lees, analyseer en bespreek je toneelstukken. Je krijgt een globaal overzicht van de theatergeschiedenis en je behandelt de belangrijkste wetenschappelijke theorieën. Onder begeleiding van praktijkdocenten maak je zelf ook een kleine voorstelling. Alle taken zoals regie, spel, belichting, dramaturgie, decorontwerp en publiciteit voer je samen met je medestudenten uit. Met studenten van andere kunst- en cultuuropleidingen volg je meer algemene colleges over kunst en cultuur en leer je onderzoeks- en argumentatievaardigheden. 

  • Het tweede en derde studiejaar

    In het tweede en derde studiejaar verdiep je je verder in een aantal opleidingsspecifieke vakken. Daarbij komen theorie, analyse, geschiedenis en dramaturgie steeds weer terug. Je breidt onder andere je ‘gereedschapskist’ uit voor het analyseren van theatervoorstellingen, en je krijgt inzicht in de vraag welk gereedschap je voor welk (soort) probleem moet hanteren. Ook schrijf je onder begeleiding een concept voor een korte voorstelling. Een aantal concepten wordt daadwerkelijk gerealiseerd. Op deze manier krijg je inzicht in het proces van tekst naar voorstelling. Je sluit je bachelor af met een afstudeertraject, bestaande uit een afstudeerscriptie en een stage.

VAKKEN SEM 1 SEM 2 SEMESTER 1 SEMESTER 2 EC
  • Inleiding in de theaterwetenschap: concepten
    Blok 1
    6

    Met welke theatervormen, performances en onderwerpen houden theaterwetenschappers zich eigenlijk bezig? In dit hoorcollege komen vragen aan bod die belangrijk zijn voor de bestudering van theater en performance. Wat bedoelen we als we het over een voorstelling of een performance hebben? Door welke historische, culturele en maatschappelijke invloeden worden onze ideeën over theater bepaald? Natuurlijk gaan we ook samen naar het theater.

  • Dramaturgie
    Blok 1
    Blok 2
    12

    Dramaturgie is het denken over theater binnen de context van het maken van een voorstelling. Het is het domein waarin theatertheorie, theatergeschiedenis en theaterpraktijk samen komen. In dit vak leer je de beginselen van dramaturgisch denken, d.w.z. hoe je tot materiaal, proces, publiek, politiek en samenleving te verhouden.

  • Een cultuurgeschiedenis van het Europese theater: van de oudheid tot de vroegmoderne tijd
    Blok 2
    6
  • Academische vaardigheden Theaterwetenschap
    Blok 3
    6

    In dit vak leer je hoe je een theaterwetenschappelijke onderzoeksvraag kunt aanpakken. Waar en hoe vind je wetenschappelijke literatuur of andere bronnen? Hoe lees je wetenschappelijke teksten en wat kenmerkt een wetenschappelijke tekst als wetenschappelijk? Studenten oefenen deze vaardigheden met een onderzoeksvraag die ze zelf belangrijk vinden.

  • Global Performance Histories and Practices
    Blok 4
    6
  • Inleiding in de theaterwetenschap: theorieën en methoden
    Blok 4
    6

    Met welke theorieën en methoden associëren theaterwetenschappers zich eigenlijk? In aansluiting op Inleiding in de theaterwetenschap: concepten staan in dit vak de sleuteltheorieën en -methoden centraal die binnen de theaterwetenschap en performance studies worden gebruikt.

  • Kunst - Cultuur - Samenleving
    Blok 5
    6
  • Performance Analyse
    Blok 5
    Blok 6
    12

    Studenten bezoeken wekelijks een voorstelling of performance en maken zo kennis met actuele theatervormen in een divers theaterlandschap. Met de verschillende methoden en concepten van performance analyse die in de hoorcolleges worden behandeld, analyseren de studenten de voorstellingen in kleinere werkgroepen. Ze leren zien, beschrijven, begrijpen en analyseren hoe een voorstelling tot stand komt.

VAKKEN SEM 1 SEM 2 SEMESTER 1 SEMESTER 2 EC
  • Theatertekstanalyse
    Blok 1
    6

    Hoe analyseer je een theatertekst eigenlijk? In dit vak leer je alles wat je daarvoor nodig hebt: van het analyseren van personages, tijd en ruimte tot het begrijpen van klassiek drama, postdramatisch theater en de veranderende rol van de tekst daarin.

  • Gebondenkeuze: opleidingsgebonden keuzevak
    Blok 1
    6

    Je kunt kiezen uit de volgende keuzevakken: - Developments in Dance after World War II - Studying Musical Theatre - Kunsteducatie - Theater en jeugd

  • Van tekst naar voorstelling
    Blok 2
    Blok 3
    12
  • Vrije keuze
    Blok 2
    6
  • Wetenschapsfilosofie (Kunst- en cultuurwetenschappen)
    Blok 4
    6
  • Kaskrakers en andere stukken. Nederlandse theatergeschiedenis vanaf 1638, in een Europese context
    Blok 4
    Blok 5
    12
  • Wetenschapsfilosofie Theaterwetenschap
    Blok 5
    6

    Wat betekent het om wetenschapsfilosofisch te denken binnen de Theaterwetenschap? Dit vak bouwt voort op het algemene deel van Wetenschapsfilosofie voor Kunst- en Cultuurwetenschappen. Je leert kritisch te reflecteren op onderzoeksmethoden binnen Theaterwetenschap en Performance Studies.

  • Studiereis Theaterwetenschap
    Blok 6
    6

    De studiereis brengt je naar een ander Europees land, waar je verschillende voorstellingen bekijkt en theatermakers, kunstenaars en theaterstudenten ontmoet. Je maakt kennis met een andere manier van denken over en maken van theater.

VAKKEN SEM 1 SEM 2 SEMESTER 1 SEMESTER 2 EC
  • Gebonden keuze: opleidingsgebonden keuzevak
    Blok 1
    6

    Je kunt kiezen uit de volgende keuzevakken: -Developments in Dance after World War II - Studying Musical Theatre - Kunsteducatie - Theater en jeugd

  • Performing Ecokritiek: Theater, theorie en het actuele klimaatdiscours
    Blok 3
    6
  • Vrije keuze
    Blok 1
    Blok 2
    Blok 4
    Blok 5
    36
  • Bachelorscriptie Theaterwetenschap
    Blok 4
    Blok 5
    Blok 6
    12

    In deze module ga je aan de slag met je bachelorscriptie. Je kiest een onderwerp dat bij jou past en werkt daar stap voor stap naartoe. Je krijgt begeleiding in groepsverband en individueel, zodat je goed voorbereid je bachelor afrondt.

Verplicht vak
Keuzevak
UvA Studiegids: Bachelor Theaterwetenschap
  • Minor en keuzeruimte

    In het tweede en derde jaar van de opleiding krijg je 54 studiepunten (EC) om naar eigen inzicht in te vullen. 12 punten gebruik je voor een opleidingsgebonden keuzevak. Voor de overige 42 punten heb je meerdere opties.

    Keuzevakken

    Er zijn veel vakken die je als keuzevak kunt volgen: een vak aan de Faculteit der Geesteswetenschappen, een andere faculteit of zelfs een andere universiteit. De meeste opleidingen bieden aparte keuzevakken aan.

    Minor

    Een minor is een samenhangend onderwijsprogramma van 30 EC, oftewel een half studiejaar. Een minor is niet verplicht, maar kan een goede voorbereiding zijn op een master of een bepaald beroep. Het kan bijvoorbeeld zinvol zijn om je ook in andere kunsten te verdiepen, een taal te leren of een minor over kunsteducatie te volgen.

  • Stage lopen en internationaal studeren

    Tijdens je studie moet je een stage lopen en heb je de mogelijkheid een periode in het buitenland te studeren.

    Stage lopen

    Bij theaterwetenschap is een stage een waardevolle optie binnen het afstudeertraject. Tijdens een stage doe je werkervaring op, bouw je aan een netwerk in de theaterwereld en krijg je een indruk van de mogelijkheden binnen een organisatie en van welk soort werk bij jou past. Stageplaatsen vind je bijvoorbeeld bij theatergroepen, theaters, festivals en culturele organisaties. Hoewel een stage niet verplicht is, biedt de opleiding ondersteuning bij het vinden van geschikte stageplekken voor studenten die hier interesse in hebben. De opleiding onderhoudt goede banden met verschillende culturele instellingen binnen en buiten Amsterdam.
     

    Naar het buitenland

    De Universiteit van Amsterdam neemt intensief deel aan internationale samenwerkings- en uitwisselingsprogramma's, waardoor je een periode in het buitenland kunt studeren. De opleiding Theaterwetenschap aan de UvA heeft nauwe banden met theateropleidingen in het buitenland. Regelmatig vindt uitwisseling plaats van studenten en docenten van verschillende universiteiten in West-Europa en de rest van de wereld.

  • Dubbele bachelor en honoursprogramma

    Zoek je extra uitdaging? Dit kun je op verschillende manieren realiseren, bijvoorbeeld door te kiezen voor een tweede studie of door het honoursprogramma te volgen.

    Dubbele bachelor in de geesteswetenschappen

    De Faculteit der Geesteswetenschappen biedt de mogelijkheid om bij twee verschillende bachelors een diploma te halen. Door middel van vrijstellingen kun je de twee diploma's halen met een lagere effectieve studielast. Een dubbele bachelor is bedoeld voor gemotiveerde studenten die extra uitdaging en/of een breder perspectief zoeken tijdens hun studie.

    Honoursprogramma

    Studenten die naast het reguliere onderwijs een extra uitdaging zoeken, kunnen het honoursprogramma volgen.

    Wie komen in aanmerking?

    • Studenten die hun propedeuse in één jaar afronden met gemiddeld een 7,5 of hoger kunnen - na selectie - worden toegelaten tot een honoursprogramma in het tweede en derde jaar van hun bacheloropleiding.
    • De aanmelding voor de selectie start in het tweede semester van je eerste studiejaar.

    Studenten die het honoursprogramma met succes afronden, krijgen hiervan een vermelding op het supplement van hun bachelordiploma.

  • Tijdsbesteding en toetsvormen

    Als bachelorstudent ben je zo'n 42 uur per week met de studie bezig. In het eerste studiejaar volg je zo'n 10 tot 15 uur college per week. De andere uren besteed je aan zelfstudie. Je zoekt en bestudeert materiaal in de bibliotheek, je bereidt je voor op colleges of tentamens of schrijft een werkstuk. In het tweede en derde jaar heb je minder college-uren, maar besteed je meer tijd aan werkstukken en onderzoek. 

    • Tijdens hoorcolleges licht de docent de literatuur toe die je van tevoren hebt bestudeerd.
    • Tijdens werkcolleges werk je intensief samen met je medestudenten, maak je opdrachten en houd je presentaties.
    • Toetsen bestaan uit schriftelijke of mondelinge tentamens, presentaties, werkstukken of referaten. De resultaten van de toetsen vormen samen het eindcijfer van het vak.

Studeren in deeltijd

Je kunt deze bachelor ook in deeltijd studeren. Je volgt dan dezelfde vakken als de voltijdstudenten, maar je hebt minder vakken per studiejaar en je behaalt 30 EC per studiejaar (voltijdstudenten: 60 EC). Deeltijdstudenten ronden deze opleiding in zes jaar af. Net als voor voltijdstudenten geldt er een bindend studieadvies (BSA): in het eerste studiejaar moet je minimaal 24 EC behaald hebben om je opnieuw te kunnen inschrijven voor het tweede studiejaar. Het collegegeld voor een deeltijdopleiding ligt iets lager dan het tarief voor voltijdopleidingen, zie ook Collegegeld. Deeltijdstudenten hebben geen recht op studiefinanciering.