Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
  • Wat zijn de toelatingseisen?

    Om deel te kunnen nemen aan de opleiding dien je:

    • in het bezit zijn van een master- of doctoraaldiploma in een richting direct verwant aan het betreffende bèta- of economieschoolvak waarvoor je de opleiding wilt volgen (Algemene Economie, Bedrijfseconomie, Informatica, Natuurkunde, Scheikunde of Wiskunde) of het betreffende alfaschoolvak (Nederlands, Engels, Duits, Frans, Spaans of Klassieke Talen) waarvoor je de opleiding wilt volgen; èn
    • in de afgelopen jaren op de een of andere manier actief met het vak bezig te zijn geweest; èn
    • ruime en brede ervaring (minimaal 10 jaar) hebben in het bedrijfsleven of de publieke sector.
    • voldoende Nederlandse taalvaardigheid om onderwijs te kunnen verzorgen aan Nederlandstalige leerlingen (zie uitleg hieronder).

    NB. Dit programma is expliciet bedoeld voor overstappers met maximaal 6 maanden werkervaring voor de klas. Als je al over een lesbevoegdheid beschikt (tweedegraads in hetzelfde schoolvak, of een eerstegraads in een ander schoolvak), verwijzen we je graag naar de Master Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs (in voltijd of deeltijd) of het Zij-instromer in Beroep traject (ZIB), die ook door de UvA worden aangeboden.

    Als je vakinhoudelijke kennis mist die noodzakelijk is voor het onderwijzen van het schoolvak, dan kan dit in een aantal gevallen door middel van extra zelfstudie of het volgen van een zogenaamd 'applicatieprogramma' worden opgelost. Neem voor meer informatie contact op met Jitske van der Kooi, coördinator Zij-instroom.

    Nederlandse taalvaardigheid

    • De master Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs is een Nederlandstalige opleiding. Dit betekent dat de hoor- en werkcolleges in het Nederlands zijn, een deel van de vakliteratuur Nederlandstalig is en dat alle opdrachten in het Nederlands geschreven dienen te worden. Om toegelaten te kunnen worden tot de opleiding, moet je aantonen dat je beschikt over voldoende Nederlandse taalvaardigheid om onderwijs te kunnen verzorgen aan Nederlandstalige leerlingen.
    • Indien je het vwo in Nederland hebt afgerond, dan wordt ervan uit gegaan dat je aan de taalvaardigheidseis voldoet (taalniveau F4).
    • Kandidaten die Nederlands  niet als eerste taal hebben, moeten minimaal taalniveau C1 (near native) hebben. Aan deze eis kan worden voldaan door vóór aanvang van het collegejaar (1 februari of 1 september) in het bezit te zijn van het Examen TUL-gevorderd (Toelatingsexamen Universiteit Leiden – gevorderd) van het Academisch Talencentrum van de Universiteit Leiden. Voor het onderdeel spreekvaardigheid moet minimaal een 7,5 worden behaald. 
      Ook het succesvol afronden van de volgende cursussen geldt als voldoende bewijs voor deze voorwaarde:
      NT2 vergevorderden 1 of NT2 vergevorderden 2 aan de Universiteit van Amsterdam;
      Professioneel Nederlands aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
      De examencommissie kan, al dan niet op verzoek van de student, een ander examen aanwijzen.
  • Wat is Aan de Slag voor de Klas?

    Het lerarentekort in het voorgezet onderwijs groeit, en is onder andere voor een aantal schoolvakken zeer urgent. Veel mensen die nu buiten het onderwijs actief zijn, willen graag (gedeeltelijk) voor de klas om vanuit hun ervaring leerlingen te inspireren. Daarom biedt de UvA een opleiding aan voor professionals met een passie voor onderwijs, die naast een bestaande baan gevolgd kan worden.

    Aan de Slag voor de Klas is een mid-career-opleiding tot eerstegraads leraar in een van de volgende vakken: Algemene Economie, Bedrijfseconomie, Informatica, Natuurkunde, Scheikunde, Wiskunde, Nederlands, Engels, Duits, Frans, Spaans en Klassieke Talen. De opleiding is bedoeld voor professionals met minimaal 10 jaar ervaring in het bedrijfsleven of de publieke sector die een (gedeeltelijke) carrièreswitch zoeken, en een (deeltijd-)baan als leraar in het voortgezet onderwijs ambiëren.

    Aan de Slag voor de Klas is een speciaal voor de doelgroep op maat gemaakt programma en combineert uitdagend onderwijs door docenten van de lerarenopleidingen van de UvA met goede begeleiding op de middelbare school waar je een kleine aanstelling hebt.

    Om voor de klas aan de slag te kunnen, is een stevige voorbereiding nodig, zowel op het gebied van pedagogiek als vakdidactiek.

    Dit programma is zo georganiseerd dat de colleges door de lerarenopleiding in het eerste jaar plaatsvinden in vier intensieve weken. Daarnaast ga je twee halve dagen per week in de praktijk aan de slag op een middelbare school én zijn er maandelijkse avondbijeenkomsten (zowel in het eerste als tweede jaar) met colleges, intervisie, inspiratie en/of feedback op jouw onderwijsactiviteiten.

    In het tweede jaar geef je nog minimaal 50 uur zelfstandig les in de bovenbouw, gaan de avondbijeenkomsten op de UvA door, en maak je een afsluitende opdracht, waarna je je eerstegraads bevoegdheid haalt. Dit laatste kan al in een half jaar, maar je kunt er ook voor kiezen hier een jaar over te doen. Met een eerstegraads lesbevoegdheid ben je bevoegd om les te geven in jouw schoolvak in alle klassen van het voortgezet onderwijs.

  • Waarom Aan de Slag voor de Klas?

    Aan de Slag voor de Klas biedt je de kans om naast je bestaande baan een opleiding te volgen die leidt tot de eerstegraads lesbevoegdheid. Daarmee is vervolgens een gedeeltelijke of gehele overstap naar het leraarschap mogelijk. Op deze manier krijg je de kans om je in een nieuwe richting te ontwikkelen en draag je bij aan de vorming van de nieuwe generatie.

    De ervaring die je tijdens je carrière hebt opgedaan is van grote waarde voor het onderwijs; niet alleen in de organisatie en uitvoering van de lessen, maar ook omdat je met die ervaring leerlingen kunt inspireren en voor hen als rolmodel kunt optreden. De vaardigheden die je opdoet in het onderwijs kunnen vervolgens ook weer van pas komen in het bedrijfsleven (bijvoorbeeld bij het trainen van collega’s / andere werknemers in de organisatie, het begeleiden van stagiairs, het ontwikkelen van onderwijsproducten voor middelbare scholen, etc.).

  • Wat wordt er van deelnemers verwacht?
    • Als deelnemer maak je je gedurende de opleiding (minimaal) twee halve dagen per week vrij om in de praktijk op een middelbare school aan de slag te gaan; de planning hiervan gebeurt in overleg met de scholen. 
    • Daarnaast heb je in jaar één vier weken verspreid over het jaar nodig om fulltime onderwijs te volgen.
    • Verder wordt er in beide jaren van je verwacht dat je in je eigen tijd zelfstandig werkt aan het voorbereiden van en reflecteren op je praktijkwerk, het verwerken van de theorie, en het voorbereiden van opdrachten en toetsen. Gemiddeld heb je hiervoor 8 uur per week nodig.
    • Eén keer per maand vindt in de avond een bijeenkomst voor college, intervisie en inspiratie plaats. (Het gaat om 8 avonden in het eerste jaar en 6 – 8 avonden in het tweede jaar.)

    Zowel in het eerste als het tweede jaar krijgen de leraren in opleiding intensieve begeleiding vanuit de UvA en vanuit de school.

'Ik vertrek ’s ochtends met een glimlach en kom ’s avonds met een nog grotere glimlach weer thuis.'

Student Arjen Michels

  • Hoe weet ik of deze opleiding iets voor mij is?

    Deze opleiding vergt veel van de deelnemers. Het is dus belangrijk zeker te weten dat dit de opleiding voor jou is. Daarom organiseren we in aanloop naar de opleiding verschillende activiteiten om je te helpen hierachter te komen.

    • Elk jaar organiseren wij een aantal informatiebijeenkomsten op de UvA en online waar je meer te weten kunt komen over de opleiding en het leraarschap en is er ruimte om vragen te stellen. Als je wil kun je ook een gesprek aanvragen met de vakdidactiekdocent bij jouw schoolvak.
    • Je kunt je ook direct aanmelden voor het voorbereidingstraject (check-in). Wanneer je dat doet, wordt eerst naar je toelaatbaarheid voor de opleiding gekeken. Dit gebeurt in overleg met de vakdidacticus van het betreffende schoolvak; die bekijkt aan de hand van jouw opleiding of je direct toelaatbaar bent, of dat er wellicht nog wat vakinhoud moet worden bijgespijkerd. Dit laatste kan, afhankelijk van de hoeveelheid, zowel voor de opleiding als tijdens.
    • In de maanden voor de opleiding vindt een uitgebreid check-in traject plaats; dit bestaat uit een aantal avondcolleges en een aantal schoolbezoeken, waarbij je ook in ieder geval één les verzorgt, zodat je echt kunt ervaren hoe het is om voor een klas te staan.
    • Het check-in traject wordt afgesloten met een assessment; pas als je die met goed gevolg hebt afgelegd besluit je definitief of je je inschrijft voor de opleiding.

    Op deze manier weet je voor je aan de opleiding begint zeker dat het leraarschap de juiste keuze is, en dat dit de juiste opleiding is om dat te bereiken.

  • Welke scholen doen mee?

    Het programma is ontwikkeld door de Interfacultaire Lerarenopleidingen van de Universiteit van Amsterdam, in samenwerking met opleidingsscholen. We zijn in 2019 gestart met drie scholengroepen:

    Inmiddels is het aantal deelnemers aan ASK enorm gegroeid en werken onze zij-instromers ook op tal van andere scholen. Wij bedienen voornamelijk de regio Groot Amsterdam, Noord-Holland, Gooi en Eemlanden en Haarlemmermeer; hier zijn onze samenwerkingsscholen gevestigd. Kandidaten van buiten deze regio kunnen ook deelnemen aan Aan de Slag voor de Klas, zij brengen meestal een eigen werkplek in.

    Staat de school die je op het oog hebt er niet tussen, neem dan even contact met ons op om de mogelijkheden te bespreken. Indien gewenst brengen we je met het contactpersoon van de betreffende scholengroep in contact.

  • Wat kost de opleiding?
    • De opleiding wordt bekostigd vanuit de Zij-instroom in Beroep subsidie. Om daarvoor in aanmerking te komen doen deelnemers voordat ze aan de opleiding beginnen een assessment. Wanneer deze met goed gevolg wordt afgelegd zijn daarmee de kosten van de opleiding gedekt. Er hoeft dus geen collegegeld betaald te worden.
    • Bovendien krijgen de deelnemers een kleine aanstelling op de middelbare school waar ze hun praktijkwerk gaan doen (0,1-0.2 FTE).
'Ik neem mijn ervaringen uit de academische wereld én het bedrijfsleven mee.'

Student Kerstin Wieland

Feiten & cijfers
Vorm
Deeltijd
Studielast
60 EC, 18 - 24 maanden
Voertaal
Nederlands
Toelatingseisen
Vooropleiding nodig
Start
Januari
Locatie
Roeterseilandcampus