-
Communicatie en argumentatie???studyprogramme .period??? 16
-
Literaire cultuur. Casuscursus moderne Nederlandse letterkunde???studyprogramme .period??? 16
-
Canoniseringsprocessen en cultureel erfgoed???studyprogramme .period??? 26
-
Taalverandering en taalvariatie???studyprogramme .period??? 26
-
Het Schoolvak Moderne Vreemde Talen en Nederlands???studyprogramme .period??? 36
-
Pedagogiek en Algemene Didactiek A???studyprogramme .period??? 1???studyprogramme .period??? 43
-
Pedagogiek en Algemene Didactiek B???studyprogramme .period??? 2???studyprogramme .period??? 53
-
Onderwijspraktijk A1—66
-
Onderwijspraktijk B1—69
-
Vakdidactiek 11—69
-
Tutoraat en studiebegeleiding1—6—
-
Vakdidactiek 21—24—53
-
Onderwijspraktijk C1—615
-
Methoden van onderzoek Talen???studyprogramme .period??? 36
-
Vrije keuze1—212
-
Gebonden keuze???studyprogramme .period??? 1???studyprogramme .period??? 43
-
Masterscriptie Educatie en Communicatie in de Taal- en Cultuurwetenschappen4—621
-
Tutoraat en studiebegeleiding1—6—
-
Kernvakken
In het eerste deel van het eerste jaar volg je een aantal kernvakken die de nadruk leggen op Nederlandse taal- en letterkunde. In het tweede semester leggen de kernvakken de nadruk op pedagogiek en algemene didactiek. In ‘Het schoolvak: Onderzoek en praktijk’ worden wetenschap en didactiek met elkaar gecombineerd. In dit vak leer je thema’s uit het wetenschappelijk onderzoek te vertalen naar een klassituatie.
-
Profileringsruimte
In het tweede jaar heb je profileringsruimte (15 EC) waarin je zelf kunt kiezen waar jij in je leertraject de nadruk op wilt leggen. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor een korte stage in een museum, bij een educatieve uitgeverij of in het buitenland. Je kunt ook kiezen voor een letterkundig of taalkundig keuzevak Daarnaast is het mogelijk om je pedagogisch, taal- of cultuurkundig verder te ontwikkelen. Je mag zelf kiezen waar je vakken volgt (bijvoorbeeld aan een andere faculteit of universiteit).
-
Tutoraat
Per jaar zullen er 2 tot 3 tutorbijeenkomsten worden georganiseerd. Hierin kunnen allerlei zaken worden besproken die te maken hebben met de opleiding en de stage. Je kunt altijd terecht bij een tutor voor een gesprek.
-
Onderwijspraktijk/Stage
Vanaf halverwege het eerste jaar tot aan het einde van de opleiding sta je voor de klas. De gehele stage omvat 840 uur, waarbinnen je ten minste 100 klokuren lesgeeft in het voortgezet onderwijs. De relatief lange stageperiode zorgt ervoor dat jouw vaardigheden goed worden ontwikkeld en je veel ruimte krijgt ervaring in de praktijk op te doen. Je kunt ervoor kiezen om je stage op twee verschillende scholen te doen, zodat je kennis kunt maken met verschillende onderwijstypen en schoolculturen. Naast lesgeven kun je ook betrokken worden bij andere schoolgerelateerde zaken zoals excursies, ouderavonden en individuele begeleiding van leerlingen.
De UvA heeft een overeenkomst met verschillende opleidingsscholen, waarvan een deel in de omgeving van Amsterdam, maar ook in de rest van Noord-Holland, ’t Gooi en Almere. Je wordt op een van deze scholen geplaatst.
Afstudeertraject
In het vierde semester staat het afstudeertraject centraal en kies je een eigen thema dat je in de onderwijspraktijk en de wetenschappelijke theorie onderzoekt. De scriptie bestaat daarom uit een wetenschappelijk onderzoek en een vertaling naar een praktische toepassing in de lessituatie, of behandelt een didactisch probleem vanuit je vakkennis.