‘Na tien jaar ondernemerschap in de automatisering besloot ik mijn carrière een slinger te geven. Ik maakte me persoonlijk steeds drukker om maatschappelijke effecten van technologische ontwikkeling – vooral op het gebied van privacy en meningsuiting in relatie tot internet. Ik wilde daarom een functie waarin ik daaraan een zinnige bijdrage kon leveren. Bovendien had ik al lang de sluimerende wens om advocaat te worden. Op een dag heb ik de knoop doorgehakt en aan een rechtenopleiding begonnen. Na de afronding van de bachelor Nederlands recht zocht ik een master waarin een belangrijke rol was weggelegd voor de combinatie recht en informatietechnologie.’
‘De master Informatierecht is wat dat betreft een goede keus geweest. Inhoudelijk sloot zij perfect aan op wat ik graag wilde. De in de praktijk steeds meer aan belang winnende grondrechten – vooral die van vrijheid van meningsuiting en persoonlijke levenssfeer – spelen een prominente rol, en ook de diverse intellectuele eigendomsrechten komen uitgebreid aan bod. Ook specifiekere gerelateerde rechtsgebieden, zoals bijvoorbeeld regulering van media en telecommunicatie, zijn deel van het curriculum.’
‘Het onderwijs in de master is prettig uitdagend. De groepen zijn klein en de deelnemende studenten zijn over het algemeen lekker gemotiveerd. Er is veel ruimte voor interactiviteit tijdens de colleges, en daar wordt door studenten en docenten goed gebruik van gemaakt. De contacturen zijn daarom zeer effectief; als je wilt, kun je veel leren in hele korte tijd. Pluspunt ook is dat de docenten stuk voor stuk vooraanstaande namen uit het veld zijn, zowel op wetenschappelijk gebied als uit de dagelijkse rechtspraktijk. Je ziet daarom veel actuele voorbeelden uit de praktijk de revue passeren. Dit maakt de lesstof extra tastbaar en interessant.’
‘In het jaar dat de opleiding duurt, schrijf je meerdere kleinere stukken en daarnaast een “miniscriptie” en een afstudeerscriptie. Bij de begeleiding is er, naast de inhoud, ook veel aandacht voor onderzoeksmethodologie en schrijfvaardigheden. Je leert om ervoor te zorgen dat je stukken prettig lezen voor het beoogde publiek, zowel qua inhoud als vorm. Dat komt zeker in de advocatuur goed van pas. Bovendien heb je de mogelijkheid om over iets nieuws te schrijven. Zo heb ik de vraag proberen te beantwoorden of de steeds grotere rol die private partijen spelen in onze communicatie, denk aan Twitter, Facebook, Google, Whatsapp, etc., misschien wel leidt tot een reguleringsverplichting voor de staat. Een bewerking van de scriptie is begin 2015 gepubliceerd in Mediaforum1, deels dankzij support van de IViR-staf.’
‘Kort na het afronden van de opleiding kon ik aan de slag bij Brinkhof, een topklasse advocatenkantoor dat zich toelegt op innovatie, technologie en marktregulering. Vrijwel de gehele informatierechtopleiding wordt bij ons dagelijks in de praktijk toegepast. Ik gebruik dagelijks veel van de dingen die ik in de opleiding heb geleerd, en ben dan achteraf ook erg blij met de keuze voor deze master. Van harte aanbevolen!’
1 Voor de geïnteresseerden: Broekstra 2015, ‘Uitingsvrijheid op internet. Reguleren van communicatiemachthebbers op grond van het EVRM’, Mediaforum 2015-1, p. 2-11.