Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Een maand op reis, je grenzen verleggen, fantastische vriendschappen sluiten – en ondertussen de beste praktische training volgen die je tijdens je studie krijgt. Zo omschrijven de vijf rechtenstudenten van het UvA-team dat meedeed aan de Vis Moot Court hun ervaringen.

Selectie

Dewi (master Privaatrechtelijke rechtspraktijk) en Pieter (Commerciële rechtspraktijk) hoorden tijdens een college een promotiepraatje over de Vis Moot Court. ‘Op het moment dat de voorlichter zei: “je gaat naar Hong Kong”, wilde de halve zaal zich al aanmelden.’ De selectieprocedure is echter streng en bestaat o.a. uit een gesprek in het Engels met de coaches, en het oplossen van een casus. ‘Je Engels moet heel goed zijn,’ zegt Simon Mineur (master Privaatrechtelijke rechtspraktijk), ‘hoewel je vanzelf snel uitstekend juridisch Engels leert tijdens de moot court.’

Internationale handelsarbitrage

De Vis Moot Court behandelt een casus in internationale handelsarbitrage. Dit jaar ging de casus over een geschil tussen een modemerk en een fabrikant waarbij kinderarbeid geconstateerd zou zijn. De teams moesten eerst een verweerschrift van de eiser (het modemerk) indienen en in een volgende ronde de gedaagde (de fabrikant) verdedigen.

Dewi vond het pleiten het leukst. ‘Rechtenstudenten uit common law-landen doen dit tijdens hun studie veel meer dan hier. Het mooist eraan vond ik de intensieve samenwerking in een team van ambitieuze studenten. We hebben echt veel van elkaar geleerd.’ Teamgenote Tes Flapper (bachelor Fiscaal recht en Rechtsgeleerdheid) zegt: ‘Ik heb gemerkt dat ik pleiten heel leuk vind, daarom overweeg ik nu de master Privaatrechtelijke Rechtspraktijk te kiezen.’

Isabel Verkes (master European Private Law) wijst op de verschillen met de studie. ‘In de vakken tijdens je opleiding krijg je een globaal overzicht van het onderwerp, maar hier was de casus het beginpunt, verder moest je zelf uitzoeken welke juridische aspecten je wilde benadrukken. Ik vond het bedenken van strategieën het leukst. Internationale arbitrage is minder formeel geregeld, wat veel ruimte biedt.’

Studenten Tes Flapper, Simon Mineur, Isabel Verkes, Pieter Spuijbroek en Dewi Krop namen in 2012-2013 deel aan de Willem C. Vis Moot Court.
V.l.n.r. Pieter Spuijbroek, Dewi Krop, Isabel Verkes, Tes Flapper en Simon Mineur

Grenzen verleggen

Het team somt de grenzen op die ze samen verlegd hebben: harder leren werken, meer en verder gereisd, sterktes en zwaktes bij zichzelf leren kennen, meer koffie dan ooit gedronken in één nacht, beter leren communiceren. ‘Ik ben hierdoor heel anders gaan studeren en lezen,’ zegt Pieter. ’Al tijdens het lezen van een casus ben ik razendsnel voor- en tegenargumenten aan het analyseren.’

De interactie met andere nationaliteiten bleek leerzaam. Isabel: ‘We gingen best veel om met Duitse studenten. Duitsland is net als Nederland ver ontwikkeld als het gaat om het Weens Koopverdrag, maar ze hebben een heel andere aanpak in een juridische procedure, bijvoorbeeld minder commerciële argumenten en meer nadruk op formele aspecten. Het was handig om te zien hoe Duitse studenten dat aanpakten, omdat de arbiters in de moot court ook soms Duits zijn en daar ga je dan toch anders voor argumenteren.’ Dewi: ‘Tijdens het pleiten merkten we echt dat arbiters naar afkomst verschilden in hun beoordeling. Duitsers prefereren een strak juridisch betoog, bij Aziaten moet je heel duidelijk Engels spreken, Amerikanen hebben liever wat theater in de rechtbank.’

Netwerken

De studenten borrelden tussen de bedrijven door met wereldwijd beroemde hoogleraren, arbiters en advocaten in internationaal handelsrecht. Dewi: ‘De moot court biedt goede netwerkmogelijkheden.’ Tes vertelt: ‘Je gaat bovendien langs bij allerlei advocatenkantoren, zowel in Nederland als in het buitenland. Bij het oefenpleiten in Duitsland hebben we ook daar kantoren bezocht en die vinden de ervaring die je bij de moot court opdoet zeker interessant.’ Pieter en Isabel vonden zo stageplaatsen en Tes werkt nu als studerend medewerker op een advocatenkantoor.

Simon beaamt dat studenten die al weten dat ze deze richting in willen, een goede basis leggen voor een netwerk. Maar dat is niet de enige reden om mee te doen: ‘Ongeacht het niveau waarop je begint, je leert veel als mens, als student en als jurist. De kans om dit tijdens je studie te doen is echt goud.’