‘Ik was op school al gefascineerd door de gedachte dat alles in een gebouwde omgeving ergens van is gemaakt en daar wilde ik heel graag meer van weten. Ik koos voor de bachelor Scheikunde aan de UvA nadat ik naar de Open Dag was geweest en werd daar gegrepen door alle scheikundige apparaten die ik zag, zoals de massaspectrometer, en wat je daar allemaal mee kunt meten. De bachelor heb ik met veel plezier gevolgd, maar het studentenleven was wel wennen. Vrienden maken en uitgaan vond ik zo leuk dat het beetje te veel afleidde van mijn studie. Ik heb dan ook vier jaar over de bachelor gedaan.’
‘Na mijn master milieuchemie heb ik promotieonderzoek gedaan naar vlamvertragers. Deze stoffen zitten in bijvoorbeeld gordijnen, electronicabehuizing en auto’s om te voorkomen dat ze in brand vliegen. Aan het einde van mijn onderzoek werd ik gewezen op een vacature bij het RIVM, waar ze iemand zochten met precies mijn profiel. Mijn takenpakket als projectcoördinator en wetenschappelijk medewerker is heel breed. Ik ben voorzitter van de RIVM plastics werkgroep en coördineer onder meer de monitoring van het Plastic Pact Nederland. Dit pact is ondertekend door al ruim zeventig organisaties en bedrijven en moet er onder meer voor zorgen dat in 2025 20 procent minder plastic wordt gebruikt dan in 2017. Bedrijven en organisaties leveren bij ons gegevens in, zodat wij kunnen zien hoe veel plastic er wordt geproduceerd en welke stoffen er in voorkomen. Zo maken we meetbaar wat er veilig en duurzaam kan worden gerecycled.’
Lees ook: Susanne over het Plastic Pact op de website van de NOS
‘De bachelor geeft je een zeer brede basis: je krijgt naast scheikunde ook vakken met onderwerpen uit de biologie, natuurkunde en aardwetenschappen. Ik gebruik deze kennis in mijn werk om te begrijpen wat voor stoffen er allemaal zijn en hoe ze zich gedragen in onze omgeving. Ik denk dat het goed is om bij het kiezen van een opleiding na te denken over de maatschappelijke rol van het vakgebied en wat je daar zelf mee wil: wil je bijvoorbeeld fundamenteel onderzoek doen, of kies je liever voor toegepast onderzoek? En hoe verhoudt jouw studie of onderzoek zich tot de maatschappij, wat wil jij bijdragen?’
‘Mijn functie is heel afwisselend. Ik doe zelf onderzoek naar de veiligheid, duurzaamheid en circulariteit van stoffen en producten, maar ik stuur ook onderzoekers aan. De grote sociaalmaatschappelijke relevantie vind ik boeiend. Ik houd me bezig met internationale, Europese en nationale doelstellingen, die elkaar soms bijten. We moeten bewust omgaan met plastics en schadelijke stoffen die mogelijk voorkomen in plastics. Maar hoe doen we dat? We kunnen niet zomaar alle vervuilende stoffen in de verbrandingsoven doen, want misschien raken dan alle grondstoffen op. Het zijn ingewikkelde kwesties. Sommige mensen willen allerlei dingen kunnen kopen, denk aan nagellak in verschillende kleurtjes. Maar deze producten kunnen onder slechte omstandigheden zijn gemaakt, zoals in vervuilende fabrieken. Sommige mensen vinden dat deze moeten sluiten, omdat ze nul risico voor mens en milieu willen, anderen zijn ertegen omdat ze werkgelegenheid belangrijker vinden. Je moet sterk in je schoenen staan om deze maatschappelijke vraagstukken aan te durven pakken en altijd nieuwsgierig en open blijven.’