Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Johan Zwemmer is promovendus Arbeidsrecht. ‘Toen ik advocaat was, heb ik altijd in mijn achterhoofd gehouden dat ik nog eens zou willen promoveren. Na zes jaar zag ik een promotieonderwerp staan dat helemaal aan mijn eisen voldeed.'

Johan Zwemmer volgde de master Arbeidsrecht voordat het officieel zo heette. ‘Ik heb nog een ouderwets doctoraal gedaan met daarin een aantal vakken rond arbeidsrecht die nu allemaal tot het masterprogramma behoren. Ik had onder meer college van professor Verhulp. Die is gefascineerd door het arbeidsovereenkomstenrecht en het ontslagrecht. Hij is advocaat geweest en vertelde daar vaak over tijdens colleges. Dat was een leuke praktijkgerichte benadering. Het was ook heel tastbaar wat hij vertelde. Dat is trouwens typerend voor arbeidsrecht, dat het zo tastbaar is.’

Johan Zwemmer

De rode draad

‘Arbeidsrecht kent veel snijvlakken. Aan de ene kant heb je bestuursrecht en aan de andere kant ondernemingsrecht, maar ook contractenrecht speelt een rol. Bovendien loopt door dat geheel aan rechtsgebieden de rode draad van de dwingendrechtelijke ontslagbescherming van de werknemer als zwakkere partij.’

De praktijk

‘Omdat ik de praktijk van het arbeidsrecht graag wilde leren kennen, ben ik na mijn studie de advocatuur ingegaan. Je leert het arbeidsrecht pas echt goed begrijpen als je in de praktijk te maken krijgt met de verhoudingen tussen de werknemer, de werkgever en de overheid en de problemen die daarbij spelen. Daar word je tijdens de master goed op voorbereid.'

Terug naar de universiteit

‘Toen ik advocaat was, heb ik wel altijd in mijn achterhoofd gehouden dat ik nog eens zou willen promoveren als er een onderwerp langs zou komen dat goed aansloot op mijn interesses. Na zes jaar zag ik op de website van de UvA een promotieonderwerp staan dat helemaal aan mijn eisen voldeed. Ik heb toen mijn advocatentoga aan de wilgen gehangen en ben weer teruggekeerd naar de universiteit, al werk ik nog steeds één dag in de week op mijn oude kantoor. Aan de ene kant is het voor mij op de universiteit natuurlijk heel anders dan toen ik nog studeerde, vooral omdat ik er in een andere rol ben. Aan de andere kant is het ook nog heel herkenbaar; leuke mensen, een goede mentaliteit en de omgang is informeel, ook tussen studenten en docenten.’