In het brede eerste jaar leer je over concepten en denkwijzen binnen de natuur- en sociale wetenschappen. Het eerste vak is bijvoorbeeld 'de Staat en de Mensen'. Tijdens dit vak ga je met alle eerstejaars naar Berlijn en leer je veel over de sociale en stedelijke gevolgen van de roerige geschiedenis van de stad.
Ook ga je in het eerste jaar aan de slag met het eerste interdisciplinaire projectvak, waarin je een interdisciplinair onderzoek uitvoert en je bevindingen presenteert op een afsluitend symposium (lees het studentenverslag).
In de studiegids is een uitgebreide omschrijving van de vakken te vinden.
In het tweede jaar start je met je gekozen major. Deze maakt een groot deel uit van je tweede studiejaar: 51 van de 60 studiepunten. Iedere major bestaat uit een voor Bèta-gamma samengesteld pakket van vakken op inleidend en verdiepend niveau, waarmee je versneld de diepte in gaat in het vakgebied van je major. Het onderwijs volg je bij de UvA-opleiding waar je je specialisatie doet.
Daarnaast, volg je het tweede interdisciplinaire projectvak met de andere Bèta-gamma studenten en voer je groepsopdrachten uit. Je kunt kiezen tussen:
In het laatste jaar omvat het majoronderwijs 54 van de 60 studiepunten. De overige ruimte wordt ingevuld door het laatste interdisciplinaire themavak. Je major sluit je af met een eindproject: je scriptie.
Hier werk je in een team van Bèta-gammastudenten (ieder met een andere major) intensief samen aan een zelfgekozen onderzoeksvraag. Zo kun je ieder vanuit je eigen specialisatie een nuttige bijdrage leveren aan het oplossen van een interdisciplinair vraagstuk. Het eindresultaat is een artikel dat wordt voorgelegd aan een forum van wetenschappers. Uiteindelijk presenteer je deze onderzoeken op een groot eindsymposium.
Galilei, de grondlegger van de moderne sterrenkunde, noemde wiskunde de taal van de wetenschap, omdat de natuurwetten die hij ontdekte alleen te formuleren waren in wiskundige termen. In de hedendaagse wetenschap en technologie is wiskunde onverminderd het instrument om verschijnselen te beschrijven en doorgronden, of het nu gaat om de loop van planeten, de structuur van hormonen, veranderingen in de zeestromen of fluctuaties in de conjunctuur. In deze cursus komen wiskundige technieken aan de orde die geschikt zijn om kwantitatieve veranderingen te beschrijven in wetenschappelijk onderzoek.
Deze interdisciplinaire module onderzoekt de staat en de mensen vanuit gamma disciplines zoals sociologie, politicologie, antropologie en psychologie. Met de staat als specifieke invalshoek wordt de complexiteit van samenwerking en conflicten in menselijke samenlevingen zichtbaar, reflecteren we op orde en chaos, en onderzoeken we sociale wetenschappelijke perspectieven. Hoe mensen een zekere orde behouden, samenwerking vinden en de problemen van het samenleven oplossen. Ook onderzoeken we hoe mensen manieren vinden om conflicten te creëren. Sociale wetenschappelijke perspectieven op orde, chaos, samenwerking en conflicten komen aan bod.
Dit vak geeft een inspirerende en toegankelijke inleiding tot de belangrijkste keerpunten in ons denken over de natuur. Het is een veelomvattend overzicht van waar de natuurwetenschappen ons gebracht hebben, opgehangen aan de belangrijkste centrale wetenschappelijke inzichten en de experimenten die daartoe geleid hebben. De samenhang tussen de wetenschapsgebieden natuurkunde, sterrenkunde, chemie en biologie komt uitgebreid aan de orde. Onderwerpen als kwantumtheorie, kosmologie, complexiteit, ecologie en moleculaire biologie staan daarbij centraal, maar ook meer beschouwelijke aspecten als de (empirische) wetenschappelijke methode, wetenschapsgeschiedenis en wetenschapsfilosofie komen aan bod.
Dit vak geeft je de gereedschappen die nodig zijn om wetenschappelijke teksten te schrijven. Door een literatuurstudie naar een zelfgekozen onderwerp wordt de academische schrijfvaardigheid ontwikkeld, en wordt geleerd hoe wetenschappelijke bronnen gezocht, gevonden en beoordeeld kunnen worden. Er is aandacht voor digitale technieken bij het verkennen van vraagstelling en beheren van literatuur. Dit vak legt de basis voor de schrijfvaardigheden die nodig zijn bij diverse andere schrijfopdrachten, bijvoorbeeld in de vakken Project 1 en Project 4.
Programmeren betekent een computationeel probleem oplossen door een recept aan de computer te geven. Dit vereist oefening en ervaring, en deze vaardigheid zul je gedurende je opleiding steeds blijven inzetten. In dit vak leer je programmeren in Python en ontdek je de invloed van AI op onze samenleving. Je past de basisprincipes van programmeren toe in diverse wetenschapsgebieden en verkent AI-technieken, hun maatschappelijke impact, en bijbehorende uitdagingen en oplossingen. Je gaat ook in gesprek met experts uit diverse disciplines om een verantwoorde integratie van AI in de samenleving te ontwikkelen.
In deze cursus leer je over de hersenen en cognitie, het vermogen tot begrijpen en leren. Je gebruikt je hersenen de hele dag: om de wereld waar te nemen, te studeren en dingen te onthouden, maar ook om emoties te ervaren, taal te produceren en begrijpen, en om jezelf te zijn. Deze mentale processen worden cognitieve functies genoemd. Je verdiept je in het interdisciplinaire veld van cognitieve neurowetenschappen, waar bestudeerd wordt hoe cognitieve functies en gedrag voortkomen uit de hersenen. Dit vakgebied kent diverse academische achtergronden, gereflecteerd in de hoorcollegedocenten zoals cognitief psychologen, neurobiologen, biomedische ingenieurs en taalwetenschappers.
Dit vak introduceert natuurkunde, chemie en biologie vanuit een kosmologisch perspectief, waarbij de verbanden tussen de disciplines worden blootgelegd en benadrukt. De verschillen tussen natuurkunde, chemie en biologie zullen ook duidelijk worden omdat de colleges vanuit de basis van elk vakgebied gegeven worden. Het vak bestaat uit drie delen: natuurkunde, scheikunde en biologie. Je wordt van de oerknal tot het ontstaan van complex leven op aarde geleid, langs grote vraagstukken. Het concept 'energie', essentieel voor het ontstaan van complex leven, zal als een rode draad door de colleges lopen.
Onderzoek doen vormt het hart van de wetenschap. In dit vak leer je de belangrijkste methoden van empirische dataverzameling en analyse uit de natuur- en sociale wetenschappen. Je oefent met kwantitatieve (statistische) en kwalitatieve manieren om onderzoeksvragen te beantwoorden. Theorie en praktijk komen samen in practica en (onderzoeks)opdrachten, waarbij je zelf de theorie toepast. Voor het kwantitatieve deel wordt RStudio gebruikt; voor het kwalitatieve deel leer je werken met Atlas.TI.
Wetenschapsfilosofie biedt denkgereedschap om kritisch te reflecteren op je toekomstige praktijk als wetenschappelijk onderzoeker, in relatie tot andere disciplines, diverse kennisvormen en de maatschappij. Wetenschappers vind je overal: in beleidsadviezen, technologische ontwikkelingen, operatiezalen, veredelde groente en laboratoria. Nu wetenschappers moeten samenwerken met diverse disciplines, beleidsmakers, stakeholders en praktijkactoren, ontstaan lastige vragen die je met wetenschapsfilosofie kunt onderzoeken. Deze cursus introduceert relevante denkgereedschappen voor interdisciplinaire studies via de ruimtelijke metafoor 'grenzen'.
In dit vak staat de stad als menselijke constructie centraal: wat de stad is, welke kansen en uitdagingen de stad biedt, en hoe wetenschappelijk onderzoek hierbij kan helpen. Twee noties staan centraal: de stad is een complex fenomeen en een interdisciplinair perspectief is noodzakelijk. Na een theoretische kennismaking met de stad, werk je aan stedelijke vraagstukken: verduurzaming, ongelijkheid en innovatie. We verkennen de waarde van verschillende disciplinaire perspectieven, de uitwisseling tussen wetenschap en praktijk, en diverse soorten empirisch onderzoek. We reflecteren op de inzichten over de stad en de rol van wetenschappelijk onderzoek hierin. Amsterdam is ons speelveld!
Project 1 maakt deel uit van de leerlijn Interdisciplinariteit van Bèta-Gamma en biedt een eerste kennismaking met het zelf opzetten en uitvoeren van onderzoek vanuit een multidisciplinair perspectief. Met een je onderzoeksgroep ontwikkel je een onderzoeksvoorstel en voer je deze uit. De in het eerste deel van het vak verworven samenwerkings- en onderzoeksvaardigheden zet je hierbij in. Je levert met je groep een onderzoeksverslag en een uitgewerkt interview met een expert op het onderzoeksonderwerp af. Het vak wordt afgesloten met een eindsymposium, de feestelijke afsluiting van het eerste studiejaar, met externe beoordelaars, vrienden en familie. De Aristotelesprijs wordt uitgereikt aan de beste onderzoekspresentatie.
Hier kies je uit Wetenschap in Praktijk - Consultancy voor Duurzaamheid of Wetenschap in Praktijk - Placemaking. Bij Consultancy voor Duurzaamheid verken je de interdisciplinaire transitie naar een circulaire economie en bieden praktische oplossingen voor duurzaamheidsvraagstukken van organisaties, zoals bedrijven, overheid of start-ups. Bij Placemaking leer je transdisciplinair plekken in te richten op basis van lokale kwaliteiten, met een focus op maatschappelijke vraagstukken nabij het Science Park. Deze vraagstukken bevatten een samenspel en soms spanningen tussen gebruikers, politici, beleidsmakers, wetenschappers en investeerders.
In Project 3 neem je de rol aan van een interdisciplinaire detective. Je maakt kennis met interdisciplinair onderzoek zoals uitgevoerd in verschillende domeinen, via literatuur en presentaties van verschillende onderzoeksteams. Belangrijke stappen in interdisciplinair onderzoek, zoals perspective taking, integratie, common ground en disciplinary grounding, worden behandeld. Je raakt bekend met deze begrippen, ontdekt hoe onderzoekers hun interdisciplinaire onderzoek hebben aangepakt, analyseert dit en reflecteert erop. Dit vak legt de basis voor het uitvoeren van je eigen onderzoek in Project 4.
Project 4 is het afsluitende Interdisciplinaire Onderzoekspracticum van Bèta-gamma. Je kiest een onderzoeksdomein – AI en Samenleving, Duurzame Welvaart, Cognitie en Gezondheid, of Veerkracht en Rechtvaardigheid (allen o.v.b.) – en doen onderzoek in kleine, interdisciplinaire teams. Je representeert je major en past disciplinaire kennis toe in het interdisciplinaire domein. Docenten en (oud-)onderzoekers begeleiden het proces via werkgroepbijeenkomsten en schriftelijke opdrachten. Project 4 wordt afgesloten met een verslag en een presentatie op het slotsymposium. Een breed samengestelde jury beoordeelt de presentaties en reikt de ‘IIS-Wetenschapsprijs’ uit aan het team met de meest overtuigende presentatie.
In totaal moet je 180 studiepunten/EC halen om af te studeren voor de bachelor Bèta-gamma. Het eerste studiejaar bestaat geheel uit Bèta-gammavakken (60 EC). In het tweede en derde jaar volg je zowel Bèta-gammavakken (15 EC) als vakken bij je gekozen major (105 EC). Bij sommige majors blijft binnen de 180 EC die je nodig hebt om af te studeren nog ruimte over voor het invullen van keuzeruimte. Als je meer dan 12 EC keuzeruimte hebt binnen je major, moet je die in principe invullen met tweede of derdejaars (keuze)vakken van je major. Als je andere vakken wilt volgen, dien je hiervoor toestemming te vragen bij de examencommissie van Bèta-gamma.
Het volgen van extra vakken
Je kunt ook extra vakken kiezen bovenop de verplichte 180 EC. Je kunt deze vakken, mits behaald aan een Nederlandse of buitenlandse universiteit, als extra vak op je cijferlijst laten vermelden.
Je kunt ook kiezen om een minor te doen. Een minor is een samenhangend pakket van modules met een totaal van minimaal 30 EC. Het is een kans om je te verdiepen in een ander vakgebied dan je eigen major. Met een minor kun je je tijdens de bachelor verdiepen in een specialisme binnen je eigen vakgebied of juist verbreden met kennis in ander vakgebied of een interdisciplinair thema. Je vormt hiermee je studieprogramma en bereid je voor op een master. Meer informatie over minors aan de UvA
Ben je op zoek naar extra uitdaging? Neem dan deel aan het honoursprogramma voor Bèta-gammastudenten. Je volgt dan extra (interdisciplinaire) vakken. Een unieke kans om je nog breder te ontwikkelen. Inspirerende hoogleraren en docenten verzorgen de honourscolleges en benaderen een thema vanuit een interdisciplinair perspectief. Ook discussieer je met medestudenten in kleine discoursgroepen of doe je eigen onderzoek. Je onderscheidt je als honoursstudent in je contacten met (buitenlandse) universiteiten, studiefondsen en werkgevers. Je hebt hiermee een streepje voor bij je latere (internationale) studie, promotie of werk.
Als je in het eerste semester van het eerste studiejaar alle vakken (30 EC) hebt gehaald met een gewogen gemiddelde van een 7,5 of hoger kun je in het tweede semester beginnen met het Honoursprogramma. Het is ook mogelijk om in je tweede studiejaar met het Honoursprogramma te beginnen als je dan alle vakken (60 EC) hebt gehaald met een gewogen gemiddelde van een 7,5 of hoger. Je zult dan wel harder moeten werken om aan het eind van het zesde semester de vereiste 30 EC bij elkaar te hebben.
Als je voor alle reguliere en extra vakken minimaal een 7 hebt gehaald, krijg je naast het bachelordiploma ook een honoursdiploma.
De UvA neemt deel aan internationale samenwerkings- en uitwisselingsprogramma's. Bèta-gamma studenten worden aangemoedigd om in het buitenland te studeren of een stage te volgen in de majorfase.
Docenten en hoogleraren van de opleiding hebben veel contacten met buitenlandse collega’s. Je kunt bij hen informeren naar de mogelijkheden om in het buitenland te studeren.
Tijdens je bachelor kun je je kennis in de praktijk brengen met een stage. Stages maken geen vast onderdeel uit van het bachelorprogramma, maar zijn zeker een nuttige toevoeging. Lees het stageverhaal van Vera in Ecuador.
Het onderwijsprogramma is intensief. Docenten geven interactief college, stimuleren, dagen uit en verwachten een actieve studiehouding van je. Je hebt gemiddeld 20 contacturen per week. Daarnaast heb je 20 uur per week nodig voor zelfstudie: voorbereiden van colleges, tentamens, schrijfopdrachten en presentaties.
Je krijgt bij Bèta-gamma te maken met diverse soorten onderwijs:
In het onderwijs bij Bèta-gamma word je begeleid door tutoren: jonge wetenschappers die zijn afgestudeerd in een bèta- of gammadiscipline. Ze spelen een belangrijke en centrale rol in het themaonderwijs dat door de hele bachelor heen loopt. De tutoren begeleiden je bij het schrijven van papers en het uitvoeren van onderzoek en opdrachten tijdens werkgroepen en practica. Zij kunnen je ook adviseren bij je majorkeuze.
Voor begeleiding bij andere zaken die studiebepalend kunnen zijn, kun je altijd contact opnemen met de studieadviseur. De studieadviseur houdt je studievoortgang in de gaten, biedt zonodig extra begeleiding en adviseert over de studie en het studeren.
Met zeer specifieke vragen over de studie kun je ook nu al terecht bij de studieadviseurs van Bèta-gamma, bereikbaar via e-mail.
Voor alle bacheloropleidingen geldt in de propedeuse een bindend studieadvies (BSA). Met het BSA wordt vastgesteld in hoeverre een student, aan het einde van het eerste studiejaar, daadwerkelijk de motivatie en capaciteiten bezit om te slagen in de opleiding. Het BSA is onderdeel van een reeks van maatregelen die de kans vergroot dat een student de opleiding tijdig succesvol afrondt.