De opleiding bestaat uit een driejarige bacheloropleiding en een driejarige masteropleiding. De bachelor is opgebouwd aan de hand van vier thema’s die ieder jaar terugkomen. In elk thema staat een patiënt met zijn of haar ziekte centraal. Tijdens het tweede en derde jaar worden de thema’s verder uitgediept. Hierdoor heb is er veel tijd voor herhaling en verdieping. Daarnaast volg je practica, stages en keuzevakken. Tijdens de master loop je de coschappen en heb je contact met patiënten. Ook doe je een wetenschappelijke stage.

In de bachelor ben je meer bezig met de theorie, maar de praktijk komt ook zeker aan bod. Zo heb je ieder blok practica en loop je al in het eerste jaar stages. De master bestaat voor meer dan 90% uit praktijk. Tijdens de master loop je klinische stages (coschappen) op verschillende afdelingen in verschillende ziekenhuizen. Je hebt dagelijks contact met patiënten, zodat je de theorie van de bachelor in de praktijk brengt.

Je kunt de studie goed combineren met hobby’s en een bijbaan. Soms heb je het druk en soms heb je meer vrije tijd. Als je goed plant, kun je zeker dingen naast je studie blijven doen.

In de bachelor was ik buiten de tentamenweken ongeveer 30 uur per week kwijt aan de studie, inclusief colleges, practica en zelfstudie. In tentamenweken was dat wat meer, ongeveer 40 uur per week. Doordat je tijdens de master stages loopt in het ziekenhuis en daarnaast nog moet leren voor tentamens, ben ik nu gemiddeld 40 tot 50 uur per week bezig met mijn studie.

Tijdens je bachelor kan je dag er als volgt uitzien:

• 9:00 Je volgt drie hoorcolleges op locatie AMC. Bij een college hoor je het verhaal van een patiënt.
• 12.30 Je colleges zijn afgelopen en je gaat lunchen met je medestudenten.
• 13.30 Je volgt werkgroepen en practica.
• 16.00 Met je medestudenten studeer je nog even in de medische bibliotheek.

In je master kun je denken aan een indeling als:

• 08:00 Je start met je stage in het ziekenhuis.
• 9.00 Je staat ingedeeld op een spreekuur waar je gesprekken voert met patiënten. Ook doe je lichamelijk onderzoek, onder toezicht van een arts.
• 12.00 Je luncht (als dat kan) met de andere co-assistenten of de artsen.
• 13.30 Je woont drie operaties bij op de operatiekamers.
• 16.00 Je bereid alvast wat voor voor morgen.
• 18.00 Tijd om naar huis te gaan!

Je hoeft geen wiskundige vraagstukken op te lossen. Wel heb je basiskennis en inzicht in de exacte vakken nodig, want de principes van de exacte vakken komen terug bij verschillende thema’s. Denk aan de werking van het hart, longen, de nieren, de ogen en de spieren.

Je krijgt een boekenlijst. Wil je goed voorbereid zijn, koop die boeken dan. Gelukkig kun je veel boeken tweedehands kopen. Ook krijg je korting als je de boeken via de studievereniging MFAS aanschaft. Verder is een gewone laptop of computer onmisbaar, omdat je gebruik maakt van online studiemateriaal. Daarnaast heb je eenmalige andere uitgaven, voor de aanschaf van een eigen stethoscoop en een practicumjas. Tot slot betaal je jaarlijks collegegeld.

Ja, zowel in je bachelor als in de master. In de bachelor kan je de stages in het eerste jaar in Suriname doen. In het tweede en derde jaar is het mogelijk om naar het buitenland te gaan voor keuzeonderwijs of de bachelorscriptie.

Tijdens de master kan je een aantal klinische stages (coschappen) in een buitenlands ziekenhuis over de hele wereld doen. Veel studenten gingen je voor naar Afrika en Zuid-Amerika. Maar ook dichterbij huis in Europa. Tot slot kun je voor je wetenschappelijke stage in de master naar een buitenlandse universiteit. Let wel: een studieonderdeel in het buitenland kost de nodige voorbereiding en brengt extra kosten met zich mee. Dat hoef je niet allemaal alleen uit te zoeken: het International Office helpt je en geeft advies.

Iedere universiteit heeft zijn eigen studieprogramma. Om sfeer te proeven, bezoek je de verschillende voorlichtingsbijeenkomsten of meld je je aan voor online informatiesessies. Bij de UvA vindt de voorlichting plaatst in het voorjaar en najaar. Bekijk ook de filmpjes op de Open dag-pagina, zodat je erachter komt wat je het meeste aanspreekt.

Ik heb voor Amsterdam UMC, locatie AMC, gekozen omdat ik de sfeer heel fijn vind. Ik voel me hier echt op mijn plek! Je werkt veel samen met andere studenten en andere zorgprofessionals. Dit komt later tijdens je carrière als arts zeker van pas!

Voltooi je de bacheloropleiding en de masteropleiding, dan ben je basisarts. Bijna iedereen kiest daarna voor een aanvullende opleiding. Een deel van de basisartsen specialiseert zich tot huisarts, dit duurt nog 3 jaar. Andere afgestudeerden gaan werken als specialist in een ziekenhuis. Die opleiding duurt gemiddeld drie tot zes jaar. Maar je kunt ook gaan werken als arts-onderzoeker of aan de slag buiten het ziekenhuis, bijvoorbeeld bij een bedrijf of bij de overheid.