Uniek in Nederland: dubbele major
Aan de UvA heb je als student in de taal-, cultuur- en regiostudies de mogelijkheid om naast je bachelor (180 EC) een tweede talenmajor te volgen (72 EC). Deze tweede major versterkt het interdisciplinaire karakter van je opleiding en geeft je een voorsprong op de arbeidsmarkt. De mogelijkheid van een tweede talenmajor is uniek in Nederland.
-
Het eerste studiejaar
Na het eerste jaar ben je grondig thuis in de Duitse taal en heb je een goed overzicht van de Duitse literatuur- en cultuurgeschiedenis. Je begint met het instapprogramma, een uniek programma van deze studie. Je volgt drie weken een intensief taalverwervingsprogramma in combinatie met inhoudelijke colleges over Berlijn, gastlezingen en excursies binnen Amsterdam. Als afsluiting reis je voor een excursie van vier dagen naar Berlijn.
Na het instapprogramma volg je een aantal taalvaardigheidsmodules die ook altijd inhoudelijk worden ingebed. In elke module wordt een ander taalvaardigheidsaspect centraal gesteld en gekoppeld aan een onderwerp. Zo ligt bij het vak Taalverwerving 2 de nadruk op luister- en leesvaardigheid en krijg je een overzicht over de Duitse geschiedenis vanaf 1945 aan de hand van een selectie Duitse films.
Naast taalverwerving, krijg je ook andere inleidende vakken, zoals “Inleiding Duitslandstudies 2: Duitsland en zijn cultuur voor 1945”. Hier krijg je een overzicht van de culturele geschiedenis van Duitsland vanaf 1750 door het bestuderen van literatuur, non-fictie teksten, films en digitale media. Tijdens deze vakken maak je je ook de belangrijkste cultuur-, literatuur- en mediawetenschappelijke onderzoeksmethodes eigen: je leert hoe je zelf onderzoek doet over de diverse onderwerpen die ter sprake komen.
Ten slotte volg je in het eerste jaar een aantal vakken gezamenlijk met alle talenstudies voor een brede basis, zoals “De wereld van de mens: Inleiding in de geesteswetenschappen”. -
Het tweede studiejaar
In het tweede studiejaar benader je Duitsland vanuit internationaal vergelijkend perspectief en studeer je een half jaar aan een Duitstalige universiteit. Je verwerft grondige kennis van de Nederlands-Duitse betrekkingen en de rol van Duitsland in Europa: hoe uniek is de Duitse geschiedenis in vergelijking tot andere landen in Europa? Wat zijn de consequenties van de geografische positie van Duitsland in Europa?
Een voorbeeld hiervan is het vak “Duitsland en Europa” waarbij je leert reflecteren op de manier waarop de Duitse geschiedenis en cultuur doorwerken in relaties met andere landen in Europa. Je denkt tijdens dit vak na over de vraag waarom Duitsland vaak met argwaan, ontzag en bewondering is bekeken en hoe dit veranderd is in de geschiedenis.
Een ander voorbeeld is het vak “Amsterdam – Berlijn: culturele betrekkingen” over de geschiedenis van de Duits-Nederlandse culturele uitwisselingen en de buitenlandse cultuurpolitiek in Nederland en Duitsland. Tijdens dit vak maak je kennis met de nieuwste ideeën over herinneringscultuur en identiteit en krijg je inzicht in de praktijk van cultuurmanagement en cultural diplomacy.Daarnaast krijg je taalkunde tijdens het vak “Duitse taalkunde contrastief”, waarbij je bezig bent met de structurele eigenschappen van de Duitse taal en hoe dit vergelijkend toegepast kan worden binnen de West-Germaanse taalfamilie. Je sluit het jaar af met een half jaar studeren aan een Duitstalige universiteit, bijvoorbeeld in Berlijn, Wenen, Keulen of Heidelberg. Hier mag je zelf kiezen welke vakken je volgt, waarbij je je kunt verdiepen in een bepaald onderwerp of je kennis juist kunt verbreden.
-
Het derde studiejaar
In het derde jaar heb je ruimte om een minor te kiezen, volg je verdiepende vakken en schrijf je je scriptie. Je reflecteert in dit jaar onder meer op iconen van de Duitse cultuur en op de intellectuele geschiedenis bij het vak “Iconen van de Duitse cultuur”. Hier ga je diep in op één icoon, in het studiejaar 2020/2021 was dit bijvoorbeeld Franz Kafka. Je doet heel grondig onderzoek naar deze ene schrijver en kijkt daarbij niet alleen naar zijn werk maar ook naar de reacties vanuit de maatschappij die dat opriep en naar moderne bewerkingen van zijn teksten. Ten slotte schrijf je als afsluiting van de studie zelfstandig een scriptie. Je wordt in dit proces begeleid door middel van het vak “Forschungskolloquium”. Elke student kan zelf kiezen welk onderwerp hij/zij wil uitdiepen afhankelijk van waar zijn/haar belangstelling ligt. Je bent dus niet gebonden aan vastgelegde thema’s.
Durf je te onderscheiden, durf te kiezen voor taal. Je krijgt er een wereld bij. In deze video leggen huidige studenten uit wat het zo interessant en leuk maakt om een talenstudie te volgen.
-
Inleiding Duitslandstudies 1: Duitsland en zijn cultuur sinds 1945 (incl excursie naar Berlijn)???studyprogramme .period??? 16
-
Taalvaardigheid Duits 1: Berlijn - cultuur en geschiedenis???studyprogramme .period??? 16
-
Taalvaardigheid Duits 2: Duitsland in de film???studyprogramme .period??? 26
-
De wereld van de mens: Inleiding in de geesteswetenschappen2—312
-
De wereld in delen: Inleiding regiostudies???studyprogramme .period??? 46
-
Taalvaardigheid Duits 3: Duitstalige literatuur???studyprogramme .period??? 46
-
Inleiding Duitslandstudies 2: Duitsland en zijn cultuur voor 1945???studyprogramme .period??? 56
-
Taalvaardigheid Duits 4: Interculturaliteit???studyprogramme .period??? 56
-
Inleiding Duitslandstudies 3: Begrippen en methodes???studyprogramme .period??? 66
-
Taalvaardigheid Duits 5: Duitse taalkunde contrastief???studyprogramme .period??? 16
-
Wetenschapsfilosofie (Nationale identiteit, grenzen, territorialiteit)???studyprogramme .period??? 16
-
Duitse cultuur en kritiek: Wat is waarheid? (Kleist, Kafka, Haneke)???studyprogramme .period??? 26
-
Duitsland en Europa???studyprogramme .period??? 26
-
Erinnerung und Identität: Ost – West???studyprogramme .period??? 36
-
Vrije keuze: Buitenlandverblijf4—630
-
Culture and Catastrophe: a German and Jewish History???studyprogramme .period??? 16
-
Iconen van de Duitse literatuur: Vrouwen???studyprogramme .period??? 26
-
Forschungskolloquium Duitse media & cultuur???studyprogramme .period??? 46
-
Vrije keuze1—530
-
Bachelorscriptie Duitslandstudies1—612
-
Minor en keuzeruimte
In het tweede en derde jaar van de opleiding krijg je 60 studiepunten (EC) om naar eigen inzicht in te vullen.
Keuzevakken
In het tweede jaar heb je 30 studiepunten (dit staat gelijk aan een half jaar studeren) aan keuzeruimte om aan een Duitstalige universiteit in onder meer Berlijn, Wenen, Keulen of Heidelberg te volgen. Je kiest de vakken daar in overleg met je docent aan de UvA. Je kunt ervoor kiezen een specifiek onderwerp te verdiepen of je juist te gaan verbreden. Indien je niet naar het buitenland kunt of wilt gaan om persoonlijke redenen, kun je ook vakken volgen aan de UvA of een andere Nederlandse universiteit.
Minor
In het derde jaar heb je opnieuw 30 studiepunten keuzeruimte. Deze vul je in door het kiezen van een minor. Dit betekent dat je een samenhangend pakket van vakken volgt bij een andere studie, bijvoorbeeld Filosofie, Theaterwetenschap, Geschiedenis of een andere taal zoals Frans, Spaans, Italiaans of Arabisch. Dit kan aan de UvA maar ook aan een andere universiteit, in overleg met de examencommissie. Een bijzondere minor is de Minor Educatie, waarbij je een theoretische opleiding combineert met een stage op een middelbare school. Door deze minor te volgen, behaal je direct een “beperkte tweedegraads lesbevoegdheid”. Dit houdt in dat je na het behalen van je bachelor Duits mag geven aan de onderbouwklassen in het voortgezet onderwijs. Dit kan verstandig zijn want er is in Nederland veel vraag naar academisch geschoolde docenten. Als je vervolgens een eerstegraads lesbevoegdheid wilt halen, doe je eerst een master op je vakgebied en daarna de Lerarenopleiding van een half jaar (zonder de Minor Educatie duurt dit één jaar). Met een eerstegraads lesbevoegdheid mag je lesgeven op alle niveaus van het voortgezet onderwijs en het mbo.
-
Stage lopen en internationaal studeren
Stagemogelijkheden
Hoewel een stage geen verplicht onderdeel is van de studie, zijn hier wel mogelijkheden voor. Stage lopen biedt veel voordelen: je doet werkervaring op, bouwt je netwerk uit en krijgt je een indruk van welk soort werk bij jou past. Voorbeelden van stageplaatsen voor studenten Duitslandstudies zijn:
- bij het Duitsland Instituut Amsterdam, bijvoorbeeld bij de afdeling Onderwijs of de journalistieke afdeling;
- bij het Goethe-Institut Amsterdam, bijvoorbeeld bij de afdeling Evenementen;
- bij de Duits-Nederlandse Handelskamer in Den Haag, bijvoorbeeld bij de afdeling Seminarcoördinatie;
- ambassades van of in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland, bijvoorbeeld bij de afdeling Cultuur of Communicatie;
- Nederlandse bedrijven die actief zijn in Duitsland of Duitse bedrijven die actief zijn in Nederland;
- culturele instellingen zoals uitgeverijen of musea die zich bezig houden met Duitsland.
Internationaal studeren
Er is ruimte van een half jaar in het studieprogramma om een semester aan een universiteit in een Duitstalig land te studeren. Je kiest de vakken daar in overleg met je docent aan de UvA. Je kunt ervoor kiezen een specifiek onderwerp te verdiepen of je juist te gaan verbreden. Je kiest in het eerste jaar aan welke universiteit je wilt studeren. Hierbij kun je kiezen tussen universiteiten in onder meer Berlijn, Keulen, Heidelberg en Wenen. Ter financiering van het verblijf ontvang je een beurs van Europese Unie in het kader van het Erasmus+-programma. Daarnaast is er extra financiering beschikbaar vanuit het Duitsland Instituut Amsterdam (als je naar een Duitse universiteit gaat) voor zeer gemotiveerde studenten.
-
Honoursprogramma
Studenten die naast het reguliere onderwijs een extra uitdaging zoeken, kunnen het honoursprogramma volgen.
Wie komen in aanmerking?
- Studenten die hun propedeuse in één jaar afronden met gemiddeld een 7,5 of hoger kunnen - na selectie - worden toegelaten tot een honoursprogramma in het tweede en derde jaar van hun bacheloropleiding.
- De aanmelding voor de selectie start in het tweede semester van je eerste studiejaar.
Studenten die het honoursprogramma met succes afronden, krijgen hiervan een vermelding op het supplement van hun bachelordiploma.
-
Tijdsbesteding en toetsvormen
Als bachelorstudent ben je fulltime (ca. 40 uur per week) met de studie bezig. Je besteedt in je eerste studiejaar ongeveer 12 uur per week aan colleges, in je tweede en derde jaar zo'n 8 tot 10 uur. De rest van de tijd ben je bezig met zelfstudie (voorbereiding op colleges, presentaties, werkstukken en tentamens).
- Duitslandstudies is een kleinschalige studie en daardoor bestaat de studie grotendeels uit werkcolleges, waarin je intensief discussieert, samenwerkt met je medestudenten, opdrachten maakt en presentaties houdt. Van tevoren lees je teksten, boeken of artikelen of kijk je films die vervolgens besproken worden
- Daarnaast heb je een aantal grote hoorcolleges samen met studenten van andere talenstudies. Tijdens hoorcolleges licht de docent de leerstof toe je van te voren hebt bestudeerd.
- De beoordeling vindt plaats door middel van weekopdrachten, presentaties, werkstukken en schriftelijke of mondelinge tentamens. De resultaten hiervan vormen samen het eindcijfer van het vak.
Je kunt Duitslandstudies ook in deeltijd studeren. Er is geen apart deeltijdprogramma: je volgt dezelfde colleges als de voltijdstudenten en op individuele basis wordt afgesproken hoe jouw studieprogramma eruit ziet. Deeltijdstudenten behalen 36 studiepunten per jaar (in plaats van de 60 studiepunten die voltijd studenten behalen). De studieduur is maximaal zes jaar, afhankelijk van eventuele vrijstellingen voor keuzevakken.
Studeren in deeltijd
Je kunt deze bachelor ook in deeltijd studeren. Je volgt dan dezelfde vakken als de voltijdstudenten, maar je hebt minder vakken per studiejaar en je behaalt 30 EC per studiejaar (voltijdstudenten: 60 EC). Deeltijdstudenten ronden deze opleiding in zes jaar af. Net als voor voltijdstudenten geldt er een bindend studieadvies (BSA): in het eerste studiejaar moet je minimaal 24 EC behaald hebben om je opnieuw te kunnen inschrijven voor het tweede studiejaar. Het collegegeld voor een deeltijdopleiding ligt iets lager dan het tarief voor voltijdopleidingen, zie ook Collegegeld. Deeltijdstudenten hebben geen recht op studiefinanciering.