Uniek in Nederland: dubbele major
Aan de UvA heb je als student in de taal-, cultuur- en regiostudies de mogelijkheid om naast je bachelor (180 EC) een tweede talenmajor te volgen (72 EC). Deze tweede major versterkt het interdisciplinaire karakter van je opleiding en geeft je een voorsprong op de arbeidsmarkt. De mogelijkheid van een tweede talenmajor is uniek in Nederland.
Meer over de dubbele talenmajor
Opbouw programma
De opleiding start met een intensief taalverwervingsprogramma. Je kiest tussen Russisch, Pools, Bosnisch-Kroatisch-Servisch of Tsjechisch. Daarnaast volg je colleges over (cultuur)historische en hedendaagse ontwikkelingen in Rusland, Centraal- en Oost-Europa. Binnen het programma kies je voor een major. In de major verdiep je je kennis van de cultuur, literatuur, taal en regio van jouw keuze. De opleiding biedt ruimte voor eigen invulling. Je kiest bijvoorbeeld voor een minor, een stage, of je studeert een semester aan een buitenlandse universiteit.
-
Het eerste studiejaar
In het eerste studiejaar oriënteer je je op het vakgebied. Je legt een goede basis van talige, culturele en maatschappelijke kennis.
- Je kiest één taal: het Russisch, Pools, Bosnisch-Kroatisch-Servisch of Tsjechisch. Als je het aankunt mag je ook twee talen tegelijk studeren. Je volgt elke week intensief taalverwervingsonderwijs zodat je de taal van je keuze snel oppakt.
- Ook volg je colleges Russische en Oost-Europese cultuurgeschiedenis, literatuur, politiek en taal. Je krijgt inzicht in actuele problemen en hun historische achtergrond.
- Daarnaast sta je stil bij belangrijke vragen als ‘wat is wetenschap?’ of ‘waar komt mijn vakgebied eigenlijk vandaan?’ en ‘wat maakt een onderzoeksvraag maatschappelijk relevant?’ Dit doe je in grotere hoorcolleges.
- In praktijkgerichte colleges leer je de vaardigheden die horen bij het doen van literatuur-, regio- en taalkundig onderzoek.
- Na het eerste jaar beheers je de basis van het Russisch, Pools, Bosnisch-Kroatisch-Servisch of Tsjechisch en ben je een aanstormend geesteswetenschapper met gedegen talige en culturele kennis van Rusland, Centraal- en Oost-Europa.
-
Het tweede en derde studiejaar
Na je eerste jaar zet je de volgende stap met een major:
- Russisch
- Pools
- Bosnisch-Kroatisch-Servisch, of
- Tsjechisch
In de major verdiep je je kennis van de cultuur, literatuur, taal en regio van jouw keuze. Dit doe je aan de UvA én tijdens een studiestage in Centraal- of Oost-Europa.
- Je brengt je taalkennis tot een hoog niveau.
- Je leert de bredere talige en culturele verbanden zien en krijgt inzicht in het functioneren van Rusland, Centraal- en Oost-Europa.
- Je leert actuele ontwikkelingen historisch duiden en je gebruikt (literaire en andere) bronnen in de doeltaal om complexe vragen over de regio te beantwoorden.
In het tweede jaar breng je een heel semester in het buitenland door, om hun taalvaardigheid op een hoger niveau te tillen en om hun kennis over de regio ter plaatse te verdiepen. Denk hierbij aan Riga, Praag, Wrocław, Zagreb of Belgrado.
Je sluit de bachelor af met een afstudeertraject van 18 studiepunten, waarvan 12 punten bestemd zijn voor je afstudeeronderzoek naar een thema van jouw keuze.
Durf je te onderscheiden, durf te kiezen voor taal. Je krijgt er een wereld bij. In deze video leggen huidige studenten uit wat het zo interessant en leuk maakt om een talenstudie te volgen.
-
Russische en Oost-Europese cultuurgeschiedenis: 7 mijlpalenBlok 16
-
Taalvaardigheid 1 (taalspecifiek)Blok 16
-
Taalvaardigheid 2 (taalspecifiek)Blok 26
-
De wereld van de mens: Inleiding in de geesteswetenschappenBlok 2Blok 312
-
De wereld in delen: Inleiding regiostudiesBlok 46
-
Taalvaardigheid 3 (taalspecifiek)Blok 46
-
Slavische avant-gardes: cultuur als politiek, 1900-1950Blok 56
-
Taalvaardigheid 4 (taalspecifiek)Blok 56
-
De geschiedenis van het SlavischBlok 66
-
Taalvaardigheid 5 (taalspecifiek)Blok 16
-
Wetenschapsfilosofie (Nationale identiteit, grenzen, territorialiteit)Blok 16
-
Russian & East European Literatures: The ClassicsBlok 26
-
Taalvaardigheid 6 (taalspecifiek)Blok 26
-
Language ContactBlok 36
-
Buitenlandverblijf Russische en Slavische studiesBlok 4Blok 5Blok 630
-
Making Sense of Aspect in Time and SpaceBlok 16
-
Russische en Oost-Europese literatuur 20ste-21ste eeuw (na 1950)Blok 26
-
Slavisch onderzoekslabBlok 46
-
Vrije keuzeBlok 1Blok 2Blok 3Blok 4Blok 530
-
Bachelorscriptie Russische en Slavische studiesBlok 5Blok 612
-
Minor en keuzeruimte
In het tweede en derde jaar van de opleiding krijg je 30 studiepunten (EC) om naar eigen inzicht in te vullen. Hiervoor heb je meerdere opties. We raden je aan om – in plaats van losse keuzevakken – te kiezen voor een van onderstaande mogelijkheden.
Minor
Een minor is een samenhangend onderwijsprogramma van 30 EC. Een minor is niet verplicht, maar kan een goede voorbereiding zijn op een master of een bepaald beroep.
Zo kun je met de minor East European Studies je kennis aanvullen op het terrein van de Oost-Europese economie en internationale betrekkingen. Studenten met talige interesse raden wij aan hun keuzeruimte te besteden aan taalverwerving in een andere Slavische taal dan de hoofdtaal. Je ontwikkelt je zo tot een specialist met brede regio-expertise.
Minor Educatie
Als je hoofdtaal Russisch is, dan kun je tijdens je bachelor een lesbevoegdheid behalen. Je volgt dan de minor Educatie (30 EC), waarbij je een theoretische opleiding combineert met een stage op een middelbare school waar Russisch gegeven wordt. Samen met je bachelordiploma krijg je dan een tweedegraads lesbevoegdheid in het schoolvak Russisch.
Wanneer je vervolgens een eerstegraads lesbevoegdheid wilt halen, doe je eerst een masterprogramma op je vakgebied en daarna de master Lerarenopleiding Russisch (30 EC). Als je de minor Educatie niet hebt gevolgd, dan is de lerarenopleiding na je master 60 EC.
-
Stage lopen en internationaal studeren
Het is mogelijk tijdens de studie stage te lopen en een periode in het buitenland te studeren.
Stage lopen
In je keuzeruimte kun je ook stage lopen. Tijdens een stage doe je werkervaring op. Je krijgt een indruk van de mogelijkheden binnen een organisatie en ontdekt welk soort werk bij jou past. Studenten Russische en Slavische studies volgen stage als, bijvoorbeeld:
- projectmedewerker bij het Nederlands Instituut in Petersburg;
- junior onderzoeker of diplomatiek medewerker bij ambassades en consulaten in Centraal- of Oost-Europa of bij de NAVO;
- redacteur en tolk bij het Nationaal Ballet in Amsterdam;
- verslaggever bij het Parool.
Internationaal studeren
We raden je sterk aan om tijdens je studie ook onderwijs in Rusland of Oost-Europa te volgen. Naast de studiestage in het buitenland in je tweede jaar kun je bijvoorbeeld ook je scriptie schrijven in het land van jouw doeltaal. Daarnaast kun je een zomercursus in het buitenland volgen om je taalkennis te verdiepen. Onze studenten nemen bovendien regelmatig deel aan vrijwilligers- of ngo-projecten in Oost-Europa.
Je kunt voor een buitenlandverblijf diverse beurzen krijgen, onder meer op grond van culturele verdragen die Nederland heeft met de regio. Daarnaast heeft de opleiding zelf samenwerkingsovereenkomsten met universiteiten in Letland, Kroatië, Polen en Tsjechië.
Studenten uit het buitenland volgen op hun beurt colleges bij de UvA. Je maakt, zeker in de Engelstalige vakken, soms dus deel uit van een international classroom.
-
Honoursprogramma
Studenten die naast het reguliere onderwijs een extra uitdaging zoeken, kunnen het honoursprogramma volgen.
Wie komen in aanmerking?
- Studenten die hun propedeuse in één jaar afronden met gemiddeld een 7,5 of hoger kunnen - na selectie - worden toegelaten tot een honoursprogramma in het tweede en derde jaar van hun bacheloropleiding.
- De aanmelding voor de selectie start in het tweede semester van je eerste studiejaar.
Studenten die het honoursprogramma met succes afronden, krijgen hiervan een vermelding op het supplement van hun bachelordiploma.
-
Tijdsbesteding en toetsvormen
De bachelor Russische en Slavische studies duurt drie jaar. Een studiejaar bestaat uit twee semesters. Een semester is opgebouwd uit twee blokken van 8 weken en een blok van 4 weken. Een studiejaar omvat 60 studiepunten (EC).
Als bachelorstudent ben je zo'n 42 uur per week met de studie bezig. Je besteedt ongeveer 12 uur per week aan colleges. De rest van de tijd ben je bezig met zelfstudie (voorbereiding op colleges, werkstukken en tentamens).
- Tijdens hoorcolleges licht de docent de literatuur toe die je van tevoren hebt bestudeerd.
- Tijdens werkcolleges werk je intensief samen met je medestudenten, maak je opdrachten en houd je presentaties.
- Toetsen bestaan uit schriftelijke of mondelinge tentamens, presentaties, blogposts, werkstukken of referaten. De resultaten van de toetsen vormen samen het eindcijfer van het vak.
Tijdens je studie krijg je een docent-tutor aangewezen die samen met de studieadviseur begeleiding aan zal bieden om de kans op een succesvolle afronding van de studie te vergroten. Binnen het eerste jaar dien je namelijk 48 studiepunten te halen, anders krijg je een negatief bindend studieadvies (BSA).
Studeren in deeltijd
Je kunt deze bachelor ook in deeltijd studeren. Je volgt dan dezelfde vakken als de voltijdstudenten, maar je hebt minder vakken per studiejaar en je behaalt 30 EC per studiejaar (voltijdstudenten: 60 EC). Deeltijdstudenten ronden deze opleiding in zes jaar af. Net als voor voltijdstudenten geldt er een bindend studieadvies (BSA): in het eerste studiejaar moet je minimaal 24 EC behaald hebben om je opnieuw te kunnen inschrijven voor het tweede studiejaar. Het collegegeld voor een deeltijdopleiding ligt iets lager dan het tarief voor voltijdopleidingen, zie ook Collegegeld. Deeltijdstudenten hebben geen recht op studiefinanciering.