Opbouw programma
De opleiding start met een intensieve kennismaking met het verleden vanuit een wereldhistorisch perspectief. Daarnaast leer je in kleinschalige werkcolleges wat het betekent om dat verleden zelf te onderzoeken: wat voor soorten vragen stellen historici over het verleden, hoe en waar vind je informatie om die vragen te kunnen beantwoorden en hoe presenteer je je bevindingen aan een publiek? Er is voldoende ruimte om je eigen belangstelling te verdiepen, niet alleen in het vaste programma, maar ook via keuzevakken, een minor of een stage. Je kunt ook kiezen voor een studieverblijf aan een buitenlandse universiteit.
-
Het eerste studiejaar
In het eerste studiejaar oriënteer je je op het vakgebied. Je leert de basisvaardigheden die je als historicus nodig hebt, zoals het vinden en interpreteren van informatie over het verleden, het presenteren van historisch onderzoek en het beoordelen van en debatteren over bestaande en nieuwe interpretaties van historische gebeurtenissen en ontwikkelingen.
Je bouwt historische overzichtskennis op vanuit een wereldhistorisch perspectief. Zo leer je de historische ontwikkeling van Europa te duiden in relatie tot die van andere continenten, gebiedsdelen en culturen, zoals het Midden-Oosten, China, India en Afrika. Ook maak je kennis met enkele van de vele belangrijke archiefinstellingen en musea die Amsterdam rijk is. Dankzij opdrachten, excursies en colleges op locatie komt het verleden tot leven en leer je na te denken over de doorwerking van de geschiedenis in de wereld om ons heen. In het afsluitende onderzoeksseminar doe je een zelfstandig historisch onderzoek waarin je leert om beargumenteerd stelling te nemen in een historisch debat. Geïnspireerd door de bestaande literatuur ga je zelf op onderzoek uit.
Je wordt door activerende onderwijsvormen uitgedaagd zelf standpunten in te nemen over historische kwesties en na te denken over de betekenis van het verleden. In de vakken wordt gebruik gemaakt van gevarieerd lesmateriaal, van wetenschappelijke artikelen en boeken tot essays en opiniestukken in de pers, en van geschreven contemporaine bronnen tot films.
-
Het tweede en derde studiejaar
In het tweede en derde jaar leer je hoe je primaire bronnen bestudeert en analyseert. Binnen de vakken Geschiedenislab I en II leer je van alles over de betekenis van verschillende soorten historische bronnen. Vakspecialisten van de opleiding geven college over oude handschriften en boeken, maar ook over schilderijen, prenten en literaire verbeeldingen, materiële cultuur, mondelinge getuigenissen en egodocumenten, digitale bestanden en foto’s.
Je leert in onderzoekswerkgroepen op basis van bronnenanalyse en theoretische concepten historisch onderzoek te doen en de resultaten daarvan mondeling en schriftelijk te presenteren aan verschillende soorten publiek. Door de opzet van het programma kun je zelf besluiten of je je wilt specialiseren in een bepaald tijdvak of onderwerp of je liever breed wilt oriënteren. Internationale betrekkingen, globalisering, migratie, stedelijke samenleven, genderverhoudingen, cultuurgeschiedenis – het zijn maar een paar voorbeelden van de expertise die je onder de staf vindt.
In politieke en maatschappelijke debatten wordt de geschiedenis vaak ingezet om standpunten te versterken of juist te ontkrachten. In de collegereeks ‘Geschiedenis in publieke debatten’ verdiep je je aan de hand van enkele history wars (bijvoorbeeld over de betekenis van het slavernijverleden of de omgang met dekolonisatie en migratie) je inzicht in de manier waarop dit gebeurt en leer je hoe je er als historicus mee om kunt gaan. Je sluit je bachelor af met een afstudeertraject dat je de kans geeft zelfstandig onderzoek te doen naar een historisch onderwerp dat je na aan het hart ligt.
-
Oude geschiedenisBlok 16
-
WereldgeschiedenisBlok 16
-
Inleiding in de geschiedschrijvingBlok 26
-
Middeleeuwse geschiedenisBlok 26
-
De wereld op straatBlok 36
-
Historische dilemma'sBlok 46
-
Vroegmoderne GeschiedenisBlok 46
-
Moderne geschiedenisBlok 56
-
OnderzoeksseminarBlok 5Blok 612
-
Internationale geschiedenis van NederlandBlok 16
-
Geschiedenislab IBlok 26
-
Geschiedenislab IIBlok 36
-
Geschiedenis in publieke debattenBlok 46
-
Wetenschapsfilosofie (Historische wetenschappen)Blok 46
-
GeschiedfilosofieBlok 56
-
Verdiepingsvak I: Bronnen en onderzoekBlok 5Blok 612
-
Vrije keuzeBlok 1Blok 212
-
Verdiepingsvak II: concepten in de geschiedenisBlok 1Blok 2Blok 4Blok 512
-
Literatuurtentamen afstudeertrajectBlok 46
-
Vrije keuzeBlok 1Blok 2Blok 3Blok 4Blok 5Blok 630
-
Bachelorscriptie GeschiedenisBlok 1Blok 2Blok 3Blok 4Blok 5Blok 612
-
Minor en keuzeruimte
In het tweede en derde jaar van de opleiding heb je 42 studiepunten (EC) om naar eigen inzicht in te vullen. Hiervoor heb je meerdere opties.
Keuzevakken
In principe kun je elk vak als keuzevak volgen. Dat kunnen vakken zijn van de Faculteit der Geesteswetenschappen, een andere faculteit of zelfs van een andere universiteit. De meeste opleidingen bieden aparte keuzevakken aan.
Minor
Een minor is een samenhangend onderwijsprogramma van 30 EC. Een minor is niet verplicht, maar kan een goede voorbereiding zijn op een master of een bepaald beroep. Een minor kun je beschouwen als een mini-opleiding, een intensieve kennismaking met aan ander vakgebied. Denk bijvoorbeeld aan filosofie, cultural analysis, en East European Studies, maar ook aan sociologie, politicologie en rechten.
-
Stage lopen en internationaal studeren
Het is mogelijk tijdens de studie stage te lopen en een periode in het buitenland te studeren.
Stage lopen
In de keuzeruimte kun je ook een stage volgen. Als universiteit in de hoofdstad onderhoudt de UvA contacten met een rijk scala aan culturele instellingen, archiefinstellingen, maar ook redacties en musea. Een stage biedt je een uitstekende mogelijkheid om je verworven kennis, inzichten en vaardigheden in de praktijk te brengen en te onderzoeken of een bepaald type beroep bij je past. Je kunt als geschiedenisstudent stage lopen 1) in het brede veld van kunst, cultuur, erfgoed en media, 2) op het terrein van overheid en ngo’s en, ten slotte, 3) in archief- en onderzoeksinstellingen als het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), het Meertens Instituut en het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG). De stagecoördinator van de opleiding helpt je bij het vinden van een geschikte stage.
Internationaal studeren
Een verblijf aan een buitenlandse universiteit is een uitstekende manier om je blikveld te verruimen. De UvA beschikt over een uitstekend internationaal netwerk van universiteiten en neemt intensief deel aan internationale samenwerkings- en uitwisselingsprogramma’s. Hierdoor hebben studenten brede keuzemogelijkheden wanneer ze in het buitenland willen studeren. In het derde jaar biedt de opleiding Geschiedenis daarvoor apart ruimte in het studieprogramma, zodat je een halfjaar elders kunt studeren zonder studievertraging op te lopen.
Via het Erasmus-programma kun je een of twee semesters studeren aan universiteiten in een aantal landen binnen de Europese Unie (en een aantal niet EU-landen). De Faculteit der Geesteswetenschappen kan jaarlijks ongeveer tweehonderd studenten uitzenden en heeft contracten met een honderdtal universiteiten.
UvA-brede uitwisselingsprogramma's geven je de mogelijkheid een of twee semesters aan een universiteit buiten Europa te studeren. Veel studenten Geschiedenis gaan een semester in Duitsland, Frankrijk of Engeland studeren, maar je kunt bijvoorbeeld ook naar de Verenigde Staten of naar Australië.
-
Honoursprogramma
Studenten die naast het reguliere onderwijs een extra uitdaging zoeken, kunnen het honoursprogramma volgen.
Wie komen in aanmerking?
- Studenten die hun propedeuse in één jaar afronden met gemiddeld een 7,5 of hoger kunnen - na selectie - worden toegelaten tot een honoursprogramma in het tweede en derde jaar van hun bacheloropleiding.
- De aanmelding voor de selectie start in het tweede semester van je eerste studiejaar.
Studenten die het honoursprogramma met succes afronden, krijgen hiervan een vermelding op het supplement van hun bachelordiploma.
-
Tijdsbesteding en toetsvormen
De bachelor Geschiedenis duurt drie jaar. Een studiejaar bestaat uit twee semesters. Een semester is opgebouwd uit twee blokken van 8 weken en een blok van 4 weken. Een studiejaar omvat 60 studiepunten (EC).
Als bachelorstudent ben je ongeveer 42 uur per week met de studie bezig. Je besteedt ongeveer 12 uur per week aan colleges. De rest van de tijd ben je bezig met zelfstudie (voorbereiding op colleges, werkstukken en tentamens).
- Tijdens hoorcolleges licht de docent de literatuur toe die je van tevoren hebt bestudeerd.
- Tijdens werkcolleges werk je intensief samen met je medestudenten, maak je opdrachten en houd je presentaties.
- Toetsen bestaan uit schriftelijke of mondelinge tentamens, presentaties, werkstukken of referaten. De resultaten van de toetsen vormen samen het eindcijfer van het vak.
Studeren in deeltijd
Als je de bachelor Geschiedenis in deeltijd studeert, heb je geen apart programma: het is een dagopleiding en je volgt dezelfde colleges als de voltijdstudenten. Het belangrijkste verschil met het voltijdprogramma is dat je per studiejaar minder vakken volgt. Deeltijdstudenten volgen één vak per blok; het deeltijdprogramma duurt zes jaar. Je kunt de opleiding eventueel ook sneller afronden als je meer tijd kunt vrijmaken, of als je recht hebt op vrijstellingen voor bijvoorbeeld keuzevakken.
Net als voor voltijdstudenten geldt er een bindend studieadvies (BSA): in het eerste studiejaar moet je minimaal 24 EC behaald hebben om je opnieuw te kunnen inschrijven voor het tweede studiejaar. Het collegegeld voor een deeltijdopleiding ligt iets lager dan het tarief voor voltijdopleidingen, zie ook Collegegeld. Deeltijdstudenten hebben geen recht op studiefinanciering.
Het eerste jaar van de bachelor in deeltijd ziet er als volgt uit; het vervolg van de studie kun je vinden in de UvA Studiegids.
-
WereldgeschiedenisBlok 16
-
Inleiding in de geschiedenisBlok 26
-
Historische dilemma'sBlok 36
-
De wereld op straatBlok 46
-
Moderne geschiedenisBlok 56