Opbouw studiejaar
Een studiejaar bestaat uit twee semesters die elk weer zijn opgedeeld volgens het 8-8-4 schema: twee blokken van acht weken gevolgd door een blok van vier weken. In de blokken van acht weken volg je doorgaans twee vakken met hoorcolleges, werkcolleges en practica. In de blokken van vier weken volg je één vak of doe je een project waarbij je in een groep met medestudenten werkt aan een grote opdracht onder begeleiding van een docent. Daarnaast volg je het hele jaar door het practicum Academische vaardigheden (jaar 1) of Oriëntatie en Reflectie (jaar 2). De meeste vakken worden afgesloten met één of meerdere toetsen, zoals een schriftelijk of mondeling tentamen, een werkstuk of een eindpresentatie.
-
Jaar 1
In het eerste jaar krijg je een inleiding in de kennisgebieden technologie, digitale interactie en organisatiesystemen. Met medestudenten ga je aan de slag met een project waarin deze onderwerpen samenkomen, en je zet je eerste stappen op het gebied van programmeren en ontwerpen. In het Practicum Academische vaardigheden ontwikkel je vaardigheden zoals academisch schrijven en presenteren.
- Jaar 2
-
Jaar 3
In het derde jaar heb je volop keuzeruimte. Je kunt je hele eerste semester vullen met losse keuzevakken of je volgt een minor bij een andere opleiding. In het tweede semester volg je deze vakken naast het afstudeerproject: Data Science en Onderzoeksmethoden en –technieken.
Je sluit je bachelor af met een afstudeerproject. Daarin voer je zelfstandig een onderzoek uit waarbij je gebruik maakt van de vaardigheden die je in de voorgaande jaren hebt opgedaan. Dit kan in een stage-opdracht bij een bedrijf of andere organisatie, maar ook bij een informatiekunde-onderzoeksgroep binnen de UvA. Na afronding van de bachelor Informatiekunde ontvang je het bachelordiploma en de titel Bachelor of Science (BSc).

Ik leer steeds meer over waarom sommige bedrijven kiezen voor een bepaald organisatorisch systeem, waar andere bedrijven juist weer niet voor kiezen.Student Informatiekunde, Yunus Demir Lees het verhaal van Yunus en andere studenten
Tijdens het eerstejaarsvak Webprogrammeren en Databases leer je in korte tijd een interactieve en dynamische website maken. In een klein groepje leer je een idee omzetten in een concreet ontwerp dat je vervolgens samen gaat programmeren. Bekijk hier het project van Kim, Anne, Morris, Patrick en Tristan: de MixerFixer!
Keuzeruimte
Het eerste semester van het derde jaar bestaat uit vrije keuzeruimte (30 EC) die je helemaal zelf kunt invullen. Dit geeft je de kans om je kennis te verbreden of juist te verdiepen op een onderwerp waar je graag meer over wil leren. Ook kun je een stage doen van acht weken bij een bedrijf of andere organisatie. Maar je kunt deze tijd bijvoorbeeld ook gebruiken voor een uitwisseling naar het buitenland.
Studiebegeleiding
Tijdens je studie sta je er niet alleen voor. Je krijgt in elke fase van je studie de persoonlijke begeleiding die past bij de specifieke vragen van dat moment.
Een typische week bij Informatiekunde
Informatiekunde aan de UvA is een voltijdstudie. Dat betekent dat je ongeveer 40 uur per week met de studie bezig bent. Hiervan bestaat de helft uit contactonderwijs. De andere helft van de tijd gebruik je voor zelfstudie. Je doet al je werk op je eigen laptop, die je altijd bij je hebt. Bij Informatiekunde gebruiken we de volgende onderwijsvormen:
- Hoorcollege
In hoorcolleges licht een docent de stof toe die je hebt gelezen en krijg je de gelegenheid om vragen te stellen. - Werkcollege
Tijdens een werkcollege maak je opdrachten over de stof die tijdens het hoorcollege is besproken. Dit doe je in kleinere groepen van 4 à 5 studenten onder begeleiding van een docent. - Practica
Practica bestaan uit opdrachten die je individueel of in tweetallen uitvoert. De begeleiding van practica is in handen van docenten, onderzoekers of studentassistenten. - Projectgroep
Tijdens een project ga je in een groepje van twee tot vijf studenten vier weken aan de slag om aan een grote opdracht te werken. Je wordt begeleid door docenten.